Mortsel

Tot het einde van de 19de eeuw was Mortsel een landbouwgemeente, met enkele ambachten vanwege hun ligging aan de wegen Antwerpen - Mechelen - Brussel. De industrialisatie van Mortsel kwam pas echt op gang toen Minerva (1897) en de ateliers van Lieven Gevaert (1904-1905) zich vestigden in de gemeente. De bevolkingscijfers stegen in de daaropvolgende periode snel.

Minerva bouwde er lange tijd fietsen, motoren en auto's. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de fabriek leeggeroofd door de bezetter. Het bedrijf wist zich na de oorlog zeer snel te herstellen, in 1911 stelde het bedrijf al 1600 mensen tewerk, waarmee het even één van de grootste werkgevers van België was. De economische recessie nekte Minerva in 1934, waarna het moest fuseren met Imperia, een ander Belgisch automerk. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de Minervafabriek in Mortsel door de Duitse bezetter gebruikt als 'Frontreparaturbetrieb Erla', waar vliegtuigonderdelen werden geproduceerd en opgeslagen en toestellen van de Duitse luchtmacht gerepareerd werden. Na de Tweede Wereldoorlog werd er nog een tijdje geproduceerd, tot het doek viel in 1956.

Lieven Gevaert had vooral succes met zijn zelfgemaakt fotopapier. Deze verkocht zeer goed vanwege de gelijkmatige kwaliteit. In 1894 richtte hijLieven Gevaert & Coop, waarna hij rond 1904-1905 verhuisde naar Mortsel. De onderneming werd in 1920 omgedoopt totN.V.Gevaert Photo-producten. In1964 werd gefuseerd met het Duitse Agfa AG tot Agfa-Gevaert.