Rijkevorsel

In 1866 werd het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten in gebruik genomen. Op de oevers van dat kanaal verrezen in Rijkevorsel, Beerse en Brecht talloze steenbakkerijen. De klei was van goede kwaliteit en de export van bakstenen en dakpannen verliep heel vlot via het water. De ontginning van de klei gebeurde aanvankelijk manueel. Arbeiders die de klei uit het kanaal groeven, kregen de bijnaam ‘kleidabber’ of ‘kleipikker’. In 1870 werd in Rijkevorsel de eerste Hoffmanoven gebouwd. Deze ringoven die met kolen werd gestookt, maakte het mogelijk om onafgebroken steen van zeer hoge kwaliteit te bakken. De baksteenindustrie zorgde voor een bevolkingsgroei, meer welvaart, enkele indrukwekkende gebouwen en een volledig nieuwe arbeiderswijk (Sint-Jozef Rijkevorsel). Na een eeuw van bloei ging het echter snel bergaf met de kleiwinning.

In de voormalige steenbakkerij Sas werden tot voor enkele jaren nog handvormen op ambachtelijke wijze vervaardigd. Ook de oude Hoffmanoven bleef bewaard. Het gemeentebestuur is intussen eigenaar van de terreinen en werkt aan de herbestemming.