Sint-Lievens-Houtem

Sint-Lievens-Houtem is een eerder landelijke maar wel dichtbevolkte gemeente in Oost-Vlaanderen, met een opvallend groot marktplein (tweede grootste na Sint-Niklaas). Zoals elders op het platteland, was ook hier veel thuisnijverheid. De start van de textielfabriek Etablissements Saey in 1911 bracht daar verandering in. Deze locatie werd gekozen omdat er veel armoede in de gemeente was, waardoor de lonen lager waren dan in pakweg Aalst of Wetteren. De fabriek beleefde nog een bloeiperiode in de jaren 1960, maar sloot de deuren definitief in 1977. De gemeente kocht een groot deel van het fabriekspand en bracht er een cultureel centrum genaamd 'De Fabriek' in onder met bibliotheek, sportzaal, theatherzaal, fuifzaal en jeugdhuis. Melkerij Sint-Martinus groeit uit tot Inex en in de jaren 60 start hier ook vetsmelterij Baveco. Verder werd er ook zavel gegraven in Sint-Lievens-Houtem (de groeve werd later gebruikt als afvalstort). Al sinds de 13de eeuw wordt er Zandsteen ontgonnen. Dit liet onder andere drie grote putten na in Cotthembos en ook het huidige Ilvastort ligt eigenlijk in een zandsteengroeve. In deelgemeente Zonnegem bestond de Brouwerij Rubbens, sinds 1997 een beschermd monument. De site werd gerestaureerd, er wonen gezinnen in de gebouwen en oude flesjes die op de site werden aangetroffen worden door vzw Oude Brouwerij Van Zonnegem gebruikt om te vullen met hun Zonnegemse Zot.