Waregem

Waregem was een landelijke gemeente met een woonkern gelegen tussen de bossen, gekenmerkt door veel landbouwers / thuiswevers. De stad en deelgemeentes waren al vrij goed bereikbaar door hun ligging langs de steenweg van Kortrijk naar Gent. De onsluiting van de stad verbeterde nog via de spoorlijn Gent-Moeskroen (omstreeks 1838) en Waregem-Ingelmunster (rond 1868). Maar afgaand op de nijverheidstelling van 1896 was er van industriële activiteiten nog geen sprake. In het begin van de 20ste eeuw kan Waregem meeprofiteren van de vlasboom dankzij de 'gouden rivier'. Vlasroterijen en kleine mechanische zwingel-, spin- en weverijen worden opgericht. Kortrijk vormde dan aanvankelijk het zwaartepunt voor de textielindustrie in de regio, maar Waregem wist zeker zijn deel van de koek aan te trekken. Wie de gemeente doorfiets kan nog vlot her en der oude vlasschuren en roterijen aantreffen. In 1976 waren er in West-Vlaanderen 8 gemeenten met meer dan duizend bezoldigd werknemers actief in de textielsector. Waregem was toen de tweede grootste speler met 2751 werknemers, na Kortrijk (3412). Deze textiel- en andere industriele activiteiten in Waregem (o.a. een tegelfabriek) hebben flink wat industriële relicten nagelaten.

Een bijzonder bedrijf is schilderdoekfabrikant Claessens Canvas, in 1906 in Waregem gesticht om er ter plekke het kwaliteitsvolle linnen te kunnen weven dat de basis vormt voor schilderdoek. Vandaag is het nichebedrijf hier nog steeds actief en draagt het zorg voor een monumentaal fabrieksgebouw.

Waar Waregem misschien nog gekender voor is, is Waregem Koerse. Al in 1847 werd hier een eerste paardenren georganiseerd waarvoor zelfs de straatstenen werden opengebroken. Het evenement is ondertussen uitgegroeid tot een 7 dagen durend feest voor de paardensport.