Zoutleeuw

Zoutleeuw kende als middeleeuwse stad zijn bloeiperiode in de 14e en 15e eeuw. Daarna kreeg de stad heel wat tegenslagen te verwerken (economische neergang, verscheidene stadsbranden, godsdienstoorlogen, Franse bezettingen en verzanding van de Gete). Hierdoor bleef het middeleeuwse uitzicht van de stad wel grotendeels bewaard. Tijdens de conflicten in de 17een 18eeeuw werden in Zoutleeuw wel uitgebreide verdedigingswerken met een citadel gebouwd (waarvan de restanten sinds 1987 beschermd zijn).

In de 19eeeuw werd een spoorweg dwars door de citadel aangelegd die de stad ontsloot. In 1957 werd het passagiersvervoer op deze lijn stopgezet. De laatste goederentrein reed in 1966. In 1993 werd de spoorwegbedding ingericht als fiestpad genaamd de Ijzeren weg. In Zoutleeuw staat in de stationstraat 1 de Villa Arnauts. In de jaren '30 richtten gebroeders Arnauts in de de tuin hiervan een houten kapstokkenfabriek op. Bijzonder is dat de meeste van de machines voor de kapstokkenfabriek zelf gebouwd werden of bestaande machines waren die aangepast werden.