contact
MyEtwie
In de kijker

Abstracts ETWIE-ontmoetingsdag

Gepubliceerd op 21/11/2013
ontmoetingsdag13_beeld

Tijdens de ETWIE-ontmoetingsdag op 7 december zullen verschillende sprekers een aantal aspecten van het verzamelen, beheren, onderzoeken en ontsluiten van roerend erfgoed in onze sector belichten. Hieronder vind je de abstracts van de verschillende presentaties.

Onbekend maakt onbemind? Naar een herwaardering van handwerktuigen

Steven De Waele - Museum voor de Oudere Technieken (MOT)

Vlaanderen kent heel wat technische musea met uitgebreide collecties handwerktuigen maar ook in minder voor de hand liggende verzamelingen komen ze voor. Denk maar aan de penselen van een beroemd kunstschilder, aan de instrumenten van een belangrijk wetenschapper, aan de werktuigen die het leger tijdens een oorlog gebruikte, aan de pen van een bekend schrijver, aan de troffel waarmee de eerste steen werd gelegd, enz. Handwerktuigen zijn dus massaal aanwezig in erfgoedcollecties. Dat hoeft ons niet te verbazen, iedereen gebruik er immers dagelijks voor de meest uiteenlopende zaken en dat van in de prehistorie tot op de dag van vandaag. Geen reden tot paniek dus, alles is bewaard? Zeker niet, we weten helemaal niet wat bewaard wordt en wat niet en een overzicht maken van wat er zich in de Vlaamse collecties bevindt is erg moeilijk door een gebrek aan kennis. Vaak loopt het al mis bij de identificatie van de stukken en op het vlak van naamgeving gaan de meeste collectiebeheerders helemaal in de mist. Daardoor wordt het bijvoorbeeld erg moeilijk collecties te gaan vergelijken of hiaten op te sporen. Natuurlijk zijn er wel specialisten voor bepaalde deelaspecten, zowel in de musea als daarbuiten maar door gebrek aan samenwerking en overkoepelende werkinstrumenten blijft de wereld van de handwerktuigen erg onbekend terrein. Handwerktuigen zijn niet allen onbekend, omdat ze zo alomtegenwoordig zijn wordt er meestal weinig belang aan gehecht. Dit is volstrekt ten onrechte want als bron voor en relict van de geschiedenis van de technieken zijn ze uitermate belangrijk. Het MOT pleit dan ook voor een herwaardering van handwerktuigen in erfgoedcollecties en dit kan alleen door meer kennis erover te verzamelen en te ontsluiten.

Academisch erfgoed in Nederland

Esther Boeles - Stichting Academisch Erfgoed (Nederland)

Academisch Erfgoed heeft een speciale positie binnen het erfgoedveld. Waar de collecties van 'gewone' musea en archieven tot de core business horen van de beherende instellingen, geldt dat niet per se voor wat er in de depots van de universiteiten bewaard wordt. In Nederland erkennen de universiteiten verbonden binnen de Stichting Academisch Erfgoed (SAE) gelukkig dat hun collecties de moeite van het bewaren en tonen waard zijn. Binnen de SAE wordt gezocht naar mogelijkheden om de collecties gezamenlijk te tonen. Zo werd vorig jaar de website www.academischecollecties.nl gelanceerd, en staan men nu op het punt Wikipedia te veroveren rond het thema 'expedities'. Esthe Boeles zal enkele van de genoemde projecten tonen en ingaan op de vraag hoe het academisch erfgoed zich binnen Nederland positioneert. De SAE is een samenwerkingsverband van de Universiteit van Amsterdam, de Technische Universiteit Delft, de Technische Universiteit Eindhoven, de Rijksuniversiteit Groningen, de Universiteit Leiden, de Universiteit van Maastricht, de Radboud Universiteit Nijmegen, de VU Amsterdam, de Wageningen UR en de Universiteit Utrecht.

Bedrijven en hun erfgoed: een gespannen relatie?

Johan Eeckelaert - Katoen Natie

Op het eerste gezicht lijken winststreven en erfgoedwerking niet met elkaar te combineren. Het aantal privébedrijven die over een historische collectie beschikken en deze op regelmatige basis openstellen voor het grote publiek is op twee handen te tellen. Desalniettemin zijn er veel meer bedrijven - en dit zowel grote als kleine - die een schat aan industrieel-archeologische relicten in huis hebben: archiefdocumenten, machines, artefacten... Omdat hun focus nu eenmaal op de productie- en verkoopcijfers ligt, hebben de meeste ondernemers nauwelijks of geen oog voor hun historisch patrimonium. Doorgaans ontbreekt het hen ook aan de nodige expertise om dit te bewaren, te ontsluiten en te presenteren. Tijdens deze voordracht tracht de spreker ook een ander verhaal te laten horen. Hij gaat op zoek naar enkele witte raven die er toch in slagen om innovatie en goede bedrijfsresultaten te combineren met een actief en publieksvriendelijk erfgoedbeleid. Hij tracht te achterhalen waaruit hun collecties bestaan, hoe zij deze valoriseren en welke ideeën hen daarbij drijven. Tot slot probeert hij ook enkele pijnpunten te formuleren waarmee deze bedrijven geconfronteerd worden bij hun erfgoedwerking.

Van samenwerking gesproken: een nieuw collectieplan voor het MIAT

Pieter Neirinckx en Ann Van Nieuwenhuyse - MIAT Gent

Het MIAT is één van de pioniers van de Vlaamse Industriële Archeologie (1978). De collectie telt meer dan 30.000 stukken, verdeeld over diverse interne en externe depots. De variatie is al even indrukwekkend als de omvang; van een topstuk als de Mule Jenny, over een 12 ton zware kraancabine, drie brandweerwagens, de eerste draagbare computer, tot een badpak van Ginger Rodgers. Na 35 jaar is niet alleen het MIAT maar ook haar omgeving danig veranderd. Nieuwe partners bieden zich aan en wat vroeger de industriële archeologie genoemd werd, is ondertussen opgenomen binnen de sector van het Technisch, Wetenschappelijk en Industrieel Erfgoed. Collecties zijn ook niet langer vaste entiteiten, geïnventariseerd en geklasseerd op papieren fiches. Samen bestuderen we de aspecten van een wereld die sneller en sneller evolueert. Hoog tijd om mee te evolueren, de markt te verkennen, samenwerkingsakkoorden te sluiten en de beperkte middelen adequaat in te zetten. Het MIAT wil met haar nieuw Collectieplan 2014-2018 hiervoor een eerste aanzet geven.

Inschrijven voor de ontmoetingsdag kan nog tot 30 november. Je vindt het volledige programma en een inschrijvingsformulier op deze pagina.