contact
MyEtwie
In de kijker

Big Spenders? De consumptiepraktijken van Limburgse mijnwerkers doorgelicht

Gepubliceerd op 13/06/2014
juwa

Aan de Vrije Universiteit Brussel verdedigde Joeri Januarius vorige week zijn doctoraat 'Big Spenders? Consumptiepraktijken en -ervaringen van mijnwerkers in de Eisdense tuinwijk, 1945-1967'. Joeri Januarius coördineert momenteel twee projecten waarbij ETWIE betrokken is.

In zijn proefschrift onderzocht Joeri Januarius de consumptiepraktijken en -ervaringen van mijnwerkers in Eisden tussen 1945 en 1967. In deze periode, waarin de consumptiemaatschappij een belangrijke versnelling meemaakte, nam de (gemiddelde) koopkracht van Belgische gezinnen aanzienlijk toe en kocht men meer en meer duurzame verbruiksgoederen zoals elektrische huishoudtoestellen. Gaven de lonen en koopkracht van mijnwerkers, waarvan wordt aangenomen dat ze hoger lagen dan die van gemiddelde industriearbeiders, aanleiding tot een ander consumptiepatroon? Zo ja, tot welke verschillen leidde dit dan? En welke rol was hierin weggelegd voor de mijnindustrie enerzijds en de gezinnen (en huisvrouwen als spil van het gezin) anderzijds?

Een tegenstelling in de Europese mijnwerkershistoriografie vormde de inspiratiebron voor het onderzoek. Voor de Engelse mijnstad Featherstone hebben onderzoekers vastgesteld dat de lokale mijngemeenschap, die een lange arbeidstraditie kende, een belangrijke rol speelde in de regulering van het consumptiegedrag van mijnwerkers. De hoge lonen en koopkracht leidden er niet tot een consumptiepatroon waar meer duurzame consumptiegoederen werden aangekocht: mijnwerkers spendeerden hun geld liever aan hun vrije tijd (cafébezoek, gokken...). Arbeiders zouden liever niet gewoon willen geraken aan een hogere levensstandaard, aangezien er heel wat risico's verbonden waren aan de mijnarbeid. In Nederlands-Limburg is dan weer vastgesteld dat mijnwerkers zich al in de loop van de jaren 1950 in de voorhoede van de consumptiemaatschappij bevonden: het geld werd sneller dan andere arbeidersgezinnen uitgegeven aan duurzame consumptiegoederen. Risico's verbonden aan het mijnwerk worden hier ingeroepen om te verklaren waarom arbeiders meteen spendeerden en zo niet leken te denken aan hun oude dag.

Interieur bedrijfswinkel De Groep (Stichting Erfgoed Eisden)

Het doctoraatsonderzoek van Joeri Januarius, gebaseerd op analyses van enquêtes, bedrijfsarchief, visuele bronnen en interviews, vormt een belangrijke bijdrage tot de hedendaagse consumptiehistoriografie. Uit het onderzoek blijkt dat de hogere lonen en koopkracht van Limburgse mijnwerkers niet hebben geleid tot een ander consumptiepatroon, maar eerder tot subtiele verschillen in het koopgedrag. Sneller dan gemiddelde industriearbeiders spendeerden mijnwerkers procentueel gezien minder geld aan voeding en aan huisvesting (dit laatste is deels te verklaren door de goedkope huisvesting die mijndirecties aanboden in de tuinwijk), terwijl het kopen op krediet dan weer populair was in de mijnstreek. Deze praktijk is zeer belangrijk om de evolutie van onze huidige massaconsumptiemaatschappij te begrijpen, aangezien kopen op afbetaling het mogelijk maakte om duurdere producten aan te schaffen, die op het eerste gezicht anders niet aangekocht konden worden. Limburgse mijnwerkers bevonden zich op dat punt in de voorhoede van de consumptiemaatschappij, zoals is vastgesteld in Nederlands-Limburg. De sociale controle, die zo sterk was in Featherstone, lijkt dan weer minder een rol van betekenis te spelen in Belgisch-Limburg, aangezien het om een relatief jonge mijngemeenschap gaat met een hoog arbeidsverloop en -migratie.

Joeri Januarius. Big Spenders? Consumptiepraktijken en -ervaringen van mijnwerkers in de Eisdense tuinwijk, 1945-1967. Brussel: VUB, 2014. Promotor: prof. dr. Peter Scholliers.