Industrial and Technical Heritage Weekend 2014

Het Industrial and Technical Heritage Weekend 2014, georganiseerd door de European Federation of Associations of Industrial and Technical Heritage (E-FAITH) van 24 tot 26 oktober, is de jaarlijkse ontmoetingsplaats voor de vele vrijwilligers en verenigingen die zich in gans Europa inzetten voor de bescherming en valorisatie van het industrieel en technisch erfgoed. Dit jaar vond de bijeenkomst plaats in Lyon (Frankrijk) Net als in 2012, nam ETWIE ook dit jaar deel.
Het weekend begon op vrijdag 24 oktober met een bezoek aan de pompe de Cornouailles et lancienne usine des eaux de Caluire. Lyon heeft doorheen zijn geschiedenis altijd problemen gehad met de watervoorziening van de stad. In 1853 gaf de burgemeester een concessie aan de Compagnie Générale des Eaux (nu Veolia) om voor 99 jaar een deel van de watervoorziening van de stad te voorzien. Hiervoor werd een waterpompcentrale gebouwd met drie grote balansstoommachines met zes stoomketels, waarvan er vandaag nog één overblijft. Water uit de Rhône kwam via een natuurlijke filter in de ondergrondse bassins om dan in de leidingen gepompt te worden. De bassins werden al snel uitgebreid om een groter debiet aan gezuiverd water binnen te krijgen. De pompen werden stilgelegd in 1910, maar de ondergrondse filterbassins bleven in gebruik tot 1976. In 1991 werd de overgebleven balansstoommachine (pompe de Cournouailles) beschermd als monument.
Sinds 2003 zet de association de lEau à Lyon et la pompe de Cornouailles zich in voor de bescherming en ontsluiting van de site. Lyon denkt - als eigenaar van de site - echter aan een residentiële invulling voor de site. De organisatie moet de gebouwen begin 2015 verlaten en de toekomst van de waterpompcentrale is opnieuw onzeker, ondanks de industriële-erfgoedwaarde en het toeristisch potentieel van de site.
In de namiddag werd de strategie en stand van zaken in verband met de campagne 2015 European Industrial and Technical Heritage Year besproken. In 2013 kreeg deze campagne de steun van de Council of Europe. Een aantal landen en regios gaf reeds aan dat hun Open Monumentendag volledig of gedeeltelijk zal focussen op het industriële erfgoed. De prioriteit voor het komende jaar is het stimuleren van initiatieven. E-FAITH kan dit echter niet allemaal alleen doen. Vandaar dat er enerzijds ingezet wordt op thematische stuurgroepen die elk een project uitvoeren en anderzijds op twinning: een samenwerking tussen twee organisaties uit verschillende landen gericht op het delen van expertise en het gemeenschappelijk ontwikkelen van projecten en activiteiten.
Meer informatie over de stuurgroepen vind je hier:
- Fabrieksschoorstenen en collectieve herinnering (gepresenteerd door le non-lieu)
- Gevaarlijk industrieel erfgoed
- M³ - Mei Maand van de Molens
- Vrachtschepen en binnenvaart
Geïnteresseerde partners kunnen nog steeds aansluiten bij deze stuurgroepen. Er is ook een lijst met suggesties (ideas and proposals) voor andere stuurgroepen waarrond nog geen werking bestaat, zoals industrieel toerisme, hergebruik en herbestemming, de productie van molenstenen ...
Dit werd gevolgd door de officiële opening van het achtste E-FAITH weekend, met een aantal welkomstwoorden en een afsluitende schets van de evolutie in de mentaliteit over industrieel erfgoed in de régio Rhône-Alpes door Philippe Dujardin.
Op zaterdag verzamelden de deelnemers bij het Maison du Projet du Carré de Soie. Hier werd informatie gegeven over het grote urbanisatieproject waarbij zon 500 hectares aangepakt worden. Dankzij de inzet van de inwoners en enkele organisaties kon een groot deel van de Usine TASE, die tot 1980 kunstzijde produceerde, in 2011 beschermd worden als monument. Ondertussen zijn de eerste renovatiewerken aan het fabrieksgebouw voltooid.
In de voor- en namiddag vonden hier vijftien presentaties plaats, aan elkaar gepraat (en waar nodig voor het internationale publiek vertaald) door Adriaan Linters en afgesloten met een woordje van burgemeester Hélène Geoffroy. Dit werd gevolgd door een optioneel bezoek aan La belle dormante (een indrukwekkend Jacquard weefgetouw) of de bouwplaats van Mini World Lyon. Beide zijn ondergebracht in het voormalige fabrieksgebouw. De presentaties zullen binnenkort op de website van E-FAITH ontsloten worden, maar we halen alvast enkele interessante lezingen aan.
Jocelyne Beard, directrice van Vive la Tase, stak van wal met een visie over de geschiedenis van de industriële innovatie als een gemeenschappelijke geschiedenis, toegepast op de kant- en kunstzijdeproductie in Lyon. Georgia Cheirchanteri bestudeerde de elektrificatie van Athene en gaf uitleg over de eerste elektriciteitscentrales in Athene (Neo Faliros en Saint Georges Bay). Robin Debo (ETWIE) presenteerde de resultaten van zijn onderzoek Spinnen en weven in de stad, dat focuste op technieken voor het visueel ontsluiten van complexe informatie via infographic en GIS (Geografisch Informatie Systeem), en Antonio Guzman toonde verschillende sites van industriële suikerproductie in Málanga en riep op tot de lancering van een Europese route van het suikerriet.
Een interessante case study van het 19de-eeuwse observatorium van Neuchâtel werd voorgesteld door Romain Jeanneret. Het gebouw werd beschermd, maar de bijhorende collectie wetenschappelijke instrumenten niet. Er wordt nagedacht over een protocol voor de registratie en conservatie van wetenschappelijke collecties, om zo het risico op het verlies van context en betekenis van objecten tegen te gaan. Bridget Petit van RESTOR Hydro bracht een stand van zaken betreffende de coöperatieve pilootprojecten in Zweden, België en Frankrijk waarbij oude watermolens duurzaam gerenoveerd en aangepast worden om hydro-elektriciteit op te wekken.
Het mijnerfgoed kwam aan bod bij meerdere sprekers: de ijzer- en steenkoolindustrie in de Saar-Lor-Lux regio (Axel Boecker), een krijtmijn in Berzé-la-ville (Marie Anne Gagnol) en het bijzonder succesvolle grensoverschrijdende samenwerkingsproject miningroads tussen Finland en Rusland (deelrepubliek Karelië) voor de toeristische ontsluiting van het mijnerfgoed in Fennoscandia; het bezoekersaantal steeg er van zon 800 naar meer dan 80.000 bezoekers per jaar (Vitali Shekov).
In de namiddag stelden verschillende organisaties zichzelf kort voor, waaronder het Glasmuseum in Altare, de beschermde zijdefabriek Galicière, AIPAI (de Italiaanse associatie voor het industrieel archeologisch patrimonium) en de Catalan Association of Industrial Heritage.
Op zondag kon nog een bezoek worden gebracht aan het Atelier de passementerie par Soie Vivante, waar drie 19de-eeuwse Jacquard weefgetouwen voor het weven van specifieke linten en patronen nog steeds operationeel zijn. Er werd uitleg gegeven over de techniek en er werd een demonstratie gegeven. Andere mogelijkheid was een geleide architecturale wandeling in Villeurbanne. In de namiddag werd nog een bezoek aan La Confluence georganiseerd, een oud industrieel gebied dat nu volop in ontwikkeling is en een nieuwe bestemming krijgt.
Alle informatie over het volgende Industrial Heritage Weekend in 2015 zal aangekondigd worden op de website van E-FAITH.