Twee zeiljachten beschermd als varend erfgoed

Deze week ondertekende Vlaams minister Dirk Van Mechelen het ministeriële besluit waarmee voor twee schepen, de 'Edelweiss II' en de 'TOMIDI' de procedure kan worden opgestart tot erkenning als varend erfgoed. Het is geen toeval dat minister Van Mechelen deze Olympische week heeft uitgekozen voor de ondertekening van de nieuwe beschermingsbesluiten. De 'Edelweiss II' behaalde in 1920 immers Olympisch goud, en de 'TOMIDI' (beter bekend als 'Rucanor Tristar') onderscheidde zich in 1985-86 in de Whitbread Race Around the World. "Hoog tijd dus om deze kampioenen voor de toekomst te vrijwaren," aldus de minister.

De bescherming van de schepen past in het thematische beleid van de minister. Uit de thema-inventarissen, aangeleverd door het Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed (VIOE), wordt het markantste erfgoed ter bescherming geselecteerd. Zo zijn de 'Edelweiss II' en de 'TOMIDI', naast de eerder dit jaar beschermde 'Williwaw', markante jachten uit de thema-inventaris 'Van beroepsvaart tot recreatief zeezeilen'.

De 'Edelweiss II' en de 'TOMIDI' zijn pas het derde en vierde schip dat varend erfgoed wordt. Varend erfgoed is dan ook een erg jonge en experimentele discipline in de Vlaamse erfgoedzorg. Amper twee jaar geleden was de garnalenvisser 'Crangon' het eerste Vlaamse schip dat officieel als varend erfgoed werd erkend. Voor dit schip wordt nu een beheersplan ontwikkeld, noodzakelijk voor het bekomen van een onderhouds- of restauratiepremie, dat als standaard zal gelden voor het varend erfgoed van de toekomst.

De twee jachten zijn nu voor één jaar voorlopig beschermd. Van deze periode wordt gebruik gemaakt om een openbaar onderzoek te organiseren, en om de adviezen in te winnen van alle betrokken openbare en private instanties. Op basis van deze adviezen wordt binnen het jaar de beslissing genomen tot definitieve bescherming.