contact
MyEtwie
In de kijker

Verlangen naar harige schimmels!

Gepubliceerd op 07/07/2022
Categorie
BEELD 5
Foto: Brainstorm voor de invulling van het programma voor de vijfdaagse Erfgoedklassen in de Oude Kaasmakerij. Met Hilde Cuyt (Erfgoedcel CO7, Koenraad Pauwels (Leerkracht De Wijzer), Luc Callewaert (Gids Kaasmakerij), Elien De Meyere (VIVES). Foto: ETWIE

In het jaarboek van het het jaar 2021 vind je een overzicht van verhalen rond projecten die toen zijn opgestart of voltooid. De voorbije weken en maanden deelden we al heel wat van die verhalen. Vandaag volgt het laatste uit de reeks: een verhaal van Robin over zijn voorbereidingen in aanloop naar het project Erfgoedklassen.

Volop experimenteren met ‘tijd’ binnen het educatief project Erfgoedklassen

In het schooljaar 2021-22 en 2022-23 timmert ETWIE aan het project Erfgoedklassen. Samen met Elien De Meyere, lector Wereldoriëntatie en medewerker bij de onderzoekslijn Erfgoededucatie van het expertisecentrum onderwijsinnovatie bij VIVES, ontwikkelen we meerdere leertrajecten waarbij klassen vijf halve dagen het klaslokaal inruilen voor lessen in en met erfgoed.

De leerkracht en de betrokken erfgoedspeler (die zich op fiets- of wandelafstand van elkaar bevinden – een belangrijk criterium!) vormen een duo. Vertrekkende van hun input, mogelijkheden en noden ontwikkelen we leermomenten vol praktijkgerichte activiteiten in een authentieke context. Hiermee willen we onder andere het grote potentieel van technisch, industrieel en ambachtelijk erfgoed voor het (STEM)-onderwijs in de verf zetten, maar ook boeiend didactisch materiaal uit musea of verzamelingen beschikbaar maken voor de klas. Dit schooljaar werken we erfgoedklassen uit voor het Schrijnwerkersmuseum in Izegem, het Bakkerijmuseum in Veurne, de Oude Kaasmakerij in Zonnebeke en Kopersmid Jan Schouteet in Oostkamp.

Tot zover de inleiding en de broodnodige achtergrond bij het project. Een cruciaal element binnen de erfgoedklassen is het aspect tijd. Doorgaans komt een klas in contact met erfgoed in de vorm van een museumbezoek of rondleiding. Maar onderzoek (Van der Molen 2014, Vervaet 2017) toont aan dat eenmalige bezoeken amper een langdurige cognitieve en/of attitudinale impact hebben bij kinderen. Wanneer zo’n bezoek ingebed is in een langdurige, procesmatige aanpak zijn de effecten wel duidelijk.

Daarom zijn de erfgoedklassen nu gespreid over vijf halve dagen. Bij een eerste bezoek krijg je als leerling veel prikkels binnen; er is zoveel te zien, te horen, te ontdekken... én je bent met klasgenootjes op uitstap, de leerkracht kan je niet altijd in de gaten houden, het is een leuke boel... Maar wat blijft achteraf hangen? Als je daarna echter nog eens naar datzelfde museum gaat om er wiskundeoefeningen te maken op basis van collectiestukken kijk je nog eens met een andere bril naar diezelfde plek. En daarna ga je er nog eens een dag langs en ontdek je hoe in zo’n museum eigenlijk achter de schermen gewerkt wordt. Dat gebeurt via een oefening in het structureren van objecten aan de hand van zelfgekozen criteria. Je kent intussen je weg al door het museum, je hebt alles al eens voor het eerst gezien en het dringt nu dieper door wat er daar allemaal is, gebeurt en gedaan wordt.

Die extra tijd van vijf halve dagen maakt het voor de betrokken erfgoedspelers ook mogelijk om met zaken te experimenteren waar in een normale workshop of rondleiding van een halve dag gewoon geen tijd voor is. En dat experimenteren, daar ben ik erg enthousiast over.

Zo is er bijvoorbeeld in de Oude Kaasmakerij voor het eerst tijd om te werken rond schimmels. Schimmels en bepaalde bacteriën zijn een essentieel element in het maken en rijpen van kaas. De ontwikkeling van schimmels vraagt echter – weeral – tijd en die is er niet in een twee uur durende workshop kaas maken. Je kan dan wel boeiend vertellen over schimmels en schimmelvorming, maar het zien groeien… dat zit er gewoon niet in.

En nu dus wel. Dus zijn de voorbereidende testen met petrischaaltjes en agar in volle uitvoering. Wat is haalbaar om te laten groeien, wat kunnen we er mee tonen en hoe werken we dit uit tot een STEM-activiteit waarbij leerlingen zelf variabelen kunnen onderzoeken? Zowel voor mezelf als voor de vaste gids van de oude kaasmakerij kan de pret gewoon niet op. Hiermee transformeert het laboratorium in de kaasmakerij bovendien van statische ruimte met uitleg over het testen van het vetgehalte van de melk naar een actief proefstation waar de leerlingen volop proefondervindelijk kunnen experimenteren met wat de groei van schimmels en bacteriën bevordert, afremt of verhindert en hoe ze dit kunnen registreren, analyseren en vergelijken. En aangezien kaas en brood twee handen op één buik zijn gaan we bij het Bakkerijmuseum op een gelijkaardige manier aan de slag met gist. Ook dat belooft alvast bijzonder leerrijk en – toegegeven – buitengewoon vermakelijk te zijn. Of vind je het een beetje raar om helemaal gek te zijn op de ranzige culturen die we gaan kweken?

BEELD 4
Foto: Een leuk sfeerbeeld van het donzige resultaat van één van de proefopstellingen: van enkele druppels halvolle melk in vijf dagen tot… euhm… dit geurige geheel. Leerlingen zullen kunnen zien wat het effect is van andere omgevingsomstandigheden. Foto: ETWIE
BEELD 6
Foto: Terloops werd samen met Luc Callewaert, vaste gids van de Oude Kaasmakerij, geëxperimenteerd met het maken van melkplastiek – galaliet – op basis van caseïne. Kunnen we hier een boeiende STEM-activiteit uit destilleren? Foto: ETWIE

Meer weten?

Geboeid door het project Erfgoedklassen? Leg je oor dan gerust even te luisteren bij robin@etwie.be.

Erfgoedklas serie logo png