contact
MyEtwie

Aanpak onderzoek naar fabrikanten van medische instrumenten, toestellen en toebehoren

Het was minder evident dan aanvankelijk verwacht om zicht te krijgen op welke fabrikanten in Vlaanderen en Brussel actief waren. Hieronder bespreken we enkele bronnen die we voor het onderzoek gebruikt hebben.

Uit het onderzoek kunnen we ook enkele algemene vaststellingen formuleren:

  • De fabrikanten van chirurgisch gereedschap blijken vooral eerder kleine ateliers te zijn, vergelijkbaar met een juwelier of een kleine smederij.

  • Het onderscheid tussen een fabrikant en een verdeler is doorgaans heel klein en moeilijk te bepalen. Wellicht om een volledig gamma aan te kunnen bieden aan hun klanten lijkt het er op dat fabrikanten in hun catalogi niet alleen hun eigen producten vermelden, maar dit aanvullen met alle toebehoren die nodig zouden kunnen zijn voor een praktijk of ziekenhuis. Deze kunnen dan via hen besteld worden, maar komen van andere leveranciers. Van sommige fabrikanten met een eigen 'merkteken' op het chirurgisch gereedschap vermoeden we ook dat ze dit lieten maken bij een andere fabrikant: een soort 'private-label' overeenkomst.

  • In bestaande medische collecties is er vooral gekeken naar de functie en werking/techniek van medische gereedschappen, instrumenten en toestellen. Vaak werden fabrikanten niet altijd meegenomen bij inventarisering en registratie, en voor opname in collecties maakte het over het algemeen niet zoveel uit. De benaming van instrumenten verwijst doorgaans naar de arts of chirurg die ze bedacht heeft (en niet naar de fabrikant), waarna meerdere verschillende fabrikanten dan dat specifieke instrument maken en aan hun catalogus toevoegen.

  • Het lijkt er vooralsnog op dat er weinig linken zijn tussen andere nijverheden waar België een sterke positie had (radiumproductie, rubber en glas) en het bestaan van gespecialiseerde medische fabrikanten die de voorkeurspositie tot deze grondstoffen en de kennis van die producenten kan exploiteren. Dit is wel nog niet concreet te maken en zou voer voor een uitdiepende studie of verhandeling kunnen zijn.

Lokstat nijverheidsgroep instrumenten voor chirurgie en orthopedie

Nijverheidstellingen

Om een idee te kunnen vormen van hoe een bepaalde industrietak zich ontwikkelde of waar die zich zo ongeveer situeerde, zijn de nijverheidstellingen vaak een handige bron. Er zijn weliswaar een aantal factoren rond bronnenkritiek om hierbij in het achterhoofd te houden, maar het was voor dit onderzoek niet het doel om de harde cijfers te verwerken.

Voorlopig is de meest toegankelijke en kwalitatief ook erg goede nijverheidstelling deze van 1896, ontsloten door Lokstat van de Universiteit Gent. Vertrekkend vanuit deze volkstelling kan je dan eerdere en latere tellingen consulteren.

De bron werd voor dit onderzoek geraadpleegd om te zien of via de gebruikte nijverheidscategorieën en types producten achterhaald kon worden in welke steden en gemeentes er bedrijven gevestigd zijn die medisch materiaal vervaardigden. Dit was een startpunt om gerichter te zoeken en om een idee te hebben van de grootorde van dit soort bedrijven. Het lijkt in alle gevallen om kleine ondernemingen en ateliers te gaan (meestal tussen één en tien personen, met uitzondering van de vooralsnog onbekende verbandproducent in Oudergem met 32 arbeidskrachten)

Wat vinden we er in terug?

  • De sector Kunst- en precisienijverheid heeft een subsector 'Productie van instrumenten voor chirurgie en orthopedie'. Er is één fabrikant in Antwerpen met vier arbeidskrachten, vier fabrikanten in Brussel met samen 21 arbeidskrachten, twee fabrikanten in Gent met samen 12 arbeidskrachten en dan nog één in Sint-Gillis en één in Luik.

  • De sector Kunst- en precisienijverheid heeft een subsector 'Productie van orthopedische verbanden'. Hier komen meerdere gemeentes aan bod: Aalst (1), Antwerpen (4), Anzegem (1), Bree (1), Brussel (8), Eeklo (2), Gent (3), Leuven (1), Lichtervelde (1) en Mechelen (2).

  • De sector Kunst- en precisienijverheid heeft een subsector 'Productie van precisie-instrumenten'. Om welke instrumenten het gaat, wordt niet verder opgesplitst, maar uitrusting voor laboratoria en apotheken kan hier zeker onder vallen: Antwerpen (1), Gent (1), Elsene (1), Laken (2) en Brussel (5).

  • De sector Chemische Nijverheid heeft een subsector 'Productie van Medicinale capsules en parels'. Deze activiteit vindt plaats in één atelier in Anderlecht met 7 arbeidskrachten en een atelier in Berchem, waar 3 mensen werken.

  • De sector Chemische Nijverheid heeft een subsector 'Productie van Antiseptische verbanden'. Het beschrijft één bedrijf gevestigd in Oudergem met 32 arbeidskrachten. We konden helaas niet achterhalen welk bedrijf dit precies was.

  • De sector metaalnijverheid, subsector messenmakerij geeft een zekere indicatie waar potentieel vakmensen actief zijn die misschien ook de vaardigheden hebben om snijgereedschap voor chirurgische doeleinden te maken. Centra voor messenmakerij in Gembloux en Namen buiten beschouwing gelaten nemen we voor Vlaanderen mee: scheermessen in Bornem, messenmakers in Gent, Lier, Diest en Aarschot.

  • De sector textielnijverheid, subsector Fabricage van specifiek textiel en touwwerk - watten: een klein bedrijf in Antwerpen, Gent, Sint-Jans-Molenbeek en Zaventem (deze laatste heeft met 21 werknemers bijna dubbel zoveel personeel als de voorgaande samen).

Klein Glitschka - OCMW  Brussel - byETWIE
Foto: Handelscatalogus van Klein Glitschka. Bron: OCMW Brussel

Handels- en productcatalogi raadplegen. Maar welke? En waar?

Fabrikanten van medisch materiaal maakten - net als vele andere fabrikanten - van tijd tot tijd een productcatalogus. Daarin kon een klant het volledige gamma aan chirurgische instrumenten zien, vaak visueel voorgesteld met mooie etsen. Binnen medische collecties worden dit soort productcatalogi geregeld gebruikt om objecten te determineren. Het is een prachtige bron met heel wat visuele eye-candy.

Maar om gericht naar catalogi te zoeken, heb je eigenlijk de namen van fabrikanten nodig. Bij de aanvang van het onderzoek, hadden we dit natuurlijk niet. We polsten bij collectiebeheerders en verzamelaars wat zij eventueel beschikbaar hadden. We gingen ook op zoek in de bibliotheken van de Vlaamse universiteiten, vanuit de redenering: als er een universitair ziekenhuis en medische opleidingen aan verbonden zijn, dan kregen deze instelleng vast ook catalogi toegestuurd om de docenten en artsen-in-spe te verleiden, zoals kinderen die een sinterklaas-boekje vol speelgoed toegestopt krijgen.

En we vonden enkele productcatalogi: van de Manufacture Belge de Gembloux (of D. Simal) vonden we er wel wat, samen met een handvol anderen. Maar de oogst was redelijk mager. Vermeldenswaardig is de bibliotheek van het MOT in Grimbergen was wat het onderwerp van chirurgische instrumenten betrof minstens even goed voorzien als wat we aantroffen in de bibliotheken van medische collecties.

We verlegden onze blik: misschien hebben Belgische fabrikanten ook catalogi in het buitenland verspreid om hun producten aan de man te brengen? En misschien heeft iemand die al eens netjes in een lijst gegoten?

Bingo.

In 2010 publiceerde het Medical History Resource Centre van het Thackray Museum in Leeds een overzicht van alle product- en handelscatalogi die in hun bezit waren: de Handlist of pre-1971 Medical Trade Catalogues. Het gaat om een register van maar liefst 4496 catalogi.

Ze gingen ook na hoezeer deze omvangrijke collectie overlapte met andere musea, ook buiten de UK. Zo legden ze hun lijst naast bijvoorbeeld die van het Rijksmuseum Boerhaave (Leiden) en vergeleken ze ook met gezaghebbende overzichten zoals The Finest Instruments ever made door Davis & Dryfus. Daarbij kwamen ze tot de vaststelling dat dit er maar zo'n 20% overlap was. Met andere woorden, ze hebben een zeer grote verzameling catalogi die op weinig andere plekken reeds in kaart was gebracht.

Bij hun registratie werden catalogi van fabrikanten uit België netjes aangestipt met 'Belgium'. Het gaat om 110 catalogi. Sommige fabrikanten hebben meerdere catalogi verstuurd: Couvreur (2), Delacre & Cie (6), Glitschka (3), Gripekoven (4), Klein (3), Schaerer en het latere Auxiliaire Medical (6), Metalix (Philips Radio) (7). En tot slot D. Simal (Manufacture Belge de Gembloux) met een overweldigende 49 verschillende catalogi. Die reeks start zelfs in Parijs, toen Dieudonné Simal er nog in een apotheek met een ateliertje en handel in medische instrumenten uitbaatte.

Alles bij elkaar is deze Handlist een indrukwekkend overzicht en een héél goede leidraad om enerzijds onze lijst fabrikanten aan te vullen.* Maar ook om - naarmate de medische collecties hun bibliotheek verder registreren - de in Vlaanderen aanwezige handels- en productcatalogi hier eens naast te leggen. Missen we catalogi die daar wel beschikbaar zijn? Of duiken er hier catalogi op die niet in hun lijst staan? In dat laatste geval is het minstens de moeite om dit mee te delen aan het Thackray Museum.

*Kritische noot: er slopen wel enkele kleine fouten in de registratie van de Britse handlist. Zo zijn er productcatalogi die aan een fabrikant toebedicht worden, zoals Armand Boismard. Voor zover we momenteel konden achterhalen blijkt dit echter geen fabrikant te zijn. Hij laat alvast geen sporen na in het staatsblad. Het Thackray Museum gaf aan dat er gewoon een stempel met zijn naam op de kaft van het boek staat, maar dat hij inderdaad niet de fabrikant is.

Annuaire commerce et de lindustrie

Annuaire du commerce et de l'industrie de Belgique

Dit is één van de vele soorten adresboeken (almanachen of annuaires) die als indicatieve bron geraadpleegd kunnen worden. Er bestaan talrijke eigen lokale en/of stedelijke versies van, maar gelukkig ook provinciale, regionale en landelijke uitgaves. Voor vrijwel elke periode is er wel een serie adresboeken te vinden.

Dit instrument bestaat uit een algemene alfabetische categorielijst per product. Hierin worden alle adressen gesorteerd per provincie, met uitzondering van enkele steden uit die respectievelijke provincie. Dat handvol steden krijgt dan nog eens elk een afzonderlijke lijst adressen, onderverdeeld in diezelfde lijst met categorieën.

Onze ervaring leert dat je er niet bij deze bron niet mag vanuit gaan dat de lijst exhaustief is. Daarnaast duurt het ook vaak jaren voor een fabrikant in die lijst 'geactualiseerd' wordt en dat er vaak ook een verdienmodel achter zit, waarbij er betaald moest worden voor een vermelding. Dat sluit ook al bepaalde bedrijfjes uit, die we in deze bron dus niet zullen vinden.

Specifiek voor deze annuaire moet de omvang van de publicatie benadrukt worden. Een jaaruitgave telt al snel twee of drie boeken samen. Het grootste luik in deze specifieke annuaire is een 'Table alphabétique des principales firmes commerciales et industrielles du pays groupées par profession.'

De lijst bevat bruikbare categorieën als 'Bandagistes-Herniaires', 'Instruments de chirurgie et d'Órthopédie', Áppareils electro-médicaux'. Het grote nadeel is dat je elk blad van deze boeken moet omslaan, want deze categorieën moet je per provincie nagaan, en dan nog eens voor elke stad die relevant/beschikbaar is (zo'n 15-tal keer in ons geval.

Voor dit onderzoek hebben we de jaartallen 1912 en 1931 doorgenomen. Dit nam een ruime halve dag in beslag.

Kortom, het is een bron met veel potentieel, maar het vereist een meer gestructureerde en tijdsintensieve aanpak om dit grondig uit te spitten. Met de namen die we voor deze twee jaren vonden, konden we wel verder aan de slag. Opvallende noot: Brussel, Gent en Antwerpen hebben elk fabrikanten van chirurgische/medische instrumenten, Leuven niet voor zover we in deze boeken konden vinden. Eigen fabrikanten van dit soort materiaal lijkt dus niet noodzakelijk gelinkt te zijn aan de nabijheid van universitaire opleidingen geneeskunde en grote stedelijke ziekenhuizen.

Advertentie voor het maken van glazen ampoules

Répertoire officiel des producteurs-exportateurs Belges

Dit is een uitgave door de Federale Overheidsdienst Buitenlandse zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Tussen 1927 en 1954 lijkt er voor elk jaar een nieuwe versie te zijn gemaakt. Daarna werd deze publicatie verdergezet als 'Officieel Belgisch Uitvoerrepertorium'

Het doel van deze publicatie was promotie maken voor fabrikanten in België die producten hebben die ze in het buitenland willen/kunnen verkopen. Fabrikanten moesten wel zélf de moeite nemen om zich aan te melden voor opname in deze publicatie. Soms werden ze ook aangeraden vanuit sectorverenigingen. Dit betekent natuurlijk dat deze lijst ook niet sluitend is en al zeker niet alle fabrikanten dekt.

Het repertorium is grofweg opgedeeld in een aantal grote sectoren, met daaronder dan een toch wel vrij gespecialiseerde verdeling in kleine sectoren of specifieke producten.

Onder 'Keramiek, zandsteen en glas' vinden we bijvoorbeeld jaar na jaar een sectie voor 'glazen buisjes voor pillen, staaltjes en geneesmiddelen' of 'glaswerk voor laboratoria of medisch gebruik'.

Het onderdeel 'Metaal' is verreweg de omvangrijkste afdeling van het hele boek, en heeft boeiende subcategorieën zoals 'Ontsmettingsapparaten', 'Sterilisatieapparaten', 'Babywegers', 'Verbanddoosjes uit vernikkeld koper', 'Instrumenten en ander chirurgisch materiaal'.

Er is ook een brede categorie van 'productie van machines voor...' Hieronder vinden we bijvoorbeeld machines om zakjes te vouwen voor de verpakking van pillen of machines om pillen te persen. Onder 'Textiel en karton' vinden we dan weer producenten van verband, pleisters en watten.

Tot slot is er nog een uitgebreid deel genaamd 'Industries Diverses' waar alles gebundeld wordt dat niet meteen duidelijk onder de andere grote groepen valt. Hier komt best veel medisch materiaal aan bod, zoals 'Electro-medische toestellen', 'Inhalatietoestellen', 'Orthopedische toestellen', 'Apparatuur voor radiologie', 'Kunstgebitten'...

Vooral deze onderverdeling is inspirerend geweest om de lijst van fabrikanten te structureren. Het is erg verrijkend om de grote diversiteit aan producten en materialen zo te brengen. Heel wat elementen, zoals 'waterdichte lakens voor ziekenhuisbedden en operatietafels' hadden we anders nooit spontaan opgenomen.

Bijkomende 'nice-to-have': het repertorium wordt tussen de opsommingen door geregeld geïllustreerd met paginagrote advertenties van bedrijven.

Voor het onderzoek werd een steekproef gedaan in deze bron door de jaren 1932, 1945 en 1953 door te nemen.

Sectorfederaties? Gezamenlijke inkoop- en exportverenigingen?

Fabrikanten van gelijkaardige producten hebben gezamenlijke belangen te verdedigen of noden (soms van wetgevende aard) om de sector en bedrijvigheid kenbaar te maken. Vanuit die insteek worden sectorfederaties opgericht, met als doel de brede sector vooruit te helpen. Vaak is de oprichtingsakte en vroege ledenlijst van zo'n sectorfederatie een boeiende bron om zicht te krijgen op de (meestal grote, soms ook wat kleine) spelers in die specifieke nijverheid.

De fabrikanten van medisch materiaal hadden ook gezamenlijke belangen om te verdedigen. Als sector nemen ze - in vergelijking met andere nijverheden relatief laat - actie met in 1958 de oprichting van UNAMEC - Union des Négociants en Appareils et Accesoires Médicaux, chirurgicaus et pharmaceutiques. Het initiatief werd genomen door vier verdelers van medisch materiaal.

BeMedTech - de huidige opvolger van UNAMEC werd gecontacteerd. Hun archief kan mogelijks interessante informatie bevatten. Vooralsnog is een kennismaking nog niet gebeurd.

Soms hebben bedrijven dezelfde grondstof nodig, of verkopen ze een gelijkaardig eindproduct in het buitenland. Door bestellingen voor grondstoffen te bundelen en in groep te plaatsen, kon een lagere prijs bedongen worden en moest de administratie voor transport, douane en import maar één keer gebeuren in plaats voor elk bedrijf afzonderlijk. Hetzelfde gebeurde voor exportverenigingen: buitenlandse bestellingen voor een product dat door meerdere bedrijven aangeboden werd, kon via de exportvereniging gebundeld en via een verdeelsleutel of afsprakenkader over de verschillende bedrijven gespreid worden.

We hebben geen sporen gevonden van dit soort verenigingen specifiek voor medische apparatuur of instrumenten. Er bestonden wel gespecialiseerde verenigingen voor textielfabrikanten (waarmee mogelijks ook watten en verbandgaas werden verhandeld) en glasfabrikanten (waar ampoules en labomateriaal mogelijks ook onder viel).

Medisch-historisch museum Hieremias Triverius Brachelius Brakel (c) ETWIE
Foto: Kist met medische instrumenten en naamplaatje. Bron: Medisch-historisch museum Hieremias Triverius Brachelius in Brakel

Uit de medisch-erfgoedcollecties

Sinds 2021 werkt ETWIE aan een veldtekening medisch erfgoed. Het begon met de update van de publicatie IJzeren longen, warme harten. De collecties hierin vermeld, werden opnieuw bezocht en bevraagd om de meest recente stand van zaken omtrent het medisch erfgoed op te stellen. In 2022 en 2023 werden er nog meer medische collecties in Vlaanderen en Brussel bezocht en toegevoegd aan het brede overzicht. Deze publicatie vind je hier.

In 2021 werd een waarderingstraject rond de Lambotte collectie (Antwerpen) doorlopen. In 2023 (en 2024) gebeurt dit rond de collectie van HistarUZ (Leuven).

Omdat we zo in contact kwamen met heel wat medisch erfgoed, konden we van dicht zien welke fabrikanten en bedrijven we tegenkwamen. Zo konden we heel vaak naamplaatjes op het erfgoed en de objecten zelf zien. Ook in de inventarissen en databases is bij heel wat collecties de naam van de fabrikant genoteerd. Op die manier konden we onze lijsten van fabrikanten verder aanvullen. Deze lijsten zullen in 2024 verder getoetst worden aan de collecties.