Elektriciteit op de Gentse wereldtentoonstelling

Het recentste nummer van TIC - Tijdschrift voor Industriële Cultuur (jaargang 30, nr. 121) bevat een boeiende mix van artikels over industrieel erfgoed. Het hoofdartikel van dit nummer focust op de geschiedenis van de elektriciteit, het thema van de tentoonstelling die momenteel in het MIAT loopt. Curator Tiemen Cocquyt (Museum Boerhaave, Leiden) neemt je mee naar naar het Palais des Lumières en de Halle des Machines, een reis in de tijd naar de wereldtentoonstelling in Gent in 1913.
In het begin van de 20ste eeuw was het dagelijkse leven nog niet doordrongen van elektriciteit. Honderd jaar geleden veranderde dit echter. Er heerste een ongekend geloof in vooruitgang en innovatie. De Gentse wereldtentoonstelling bracht een ware ode aan de elektriciteit. In het vooruitgangsoptimisme dat de wereldtentoonstelling uitademde, was elektriciteit de sleutel tot een schonere, eerlijkere wereld.
De Halle des Machines was het kloppend hart van de Gentse expo. Het publiek kon er getuige zijn van een belangrijke transformatie: naast de traditionele mechanische werktuigen zochten veel ondernemers hun heil nu in de energievorm van de toekomst: de elektriciteit. Nu de economische groei van de stoomindustrie sinds enkele jaren terugliep, hadden vele constructeurs zich gestort op de hoge verwachtingen die de elektriciteit bood. De machinehal illustreerde hoe elektriciteit werd opgewekt en als drijfkracht kon dienen voor de zware industrie.
Voor expansie was echter ook een groeiend aantal afnemers nodig. Om dat in het werk te stellen, was er het Palais des Lumières (of Palais de lElectricité), een initiatief van Charles Mourlon, vurig pleitbezorger van all things electric. Gloeilampfabrikanten, die verwikkeld waren in een verbeten strijd met de leveranciers van gasverlichting, konden er hun producenten in de kijker zetten. De in een zee van (elektrisch) licht badende zaal bood plaats aan elektrische apparaten van alle soort, maar ook aan nijverheidsproducten die onder elektrisch licht het beste tot hun recht kwamen. Belgische bedrijven speelde ook een voortrekkersrol op het vlak van telecommunicatie, en dat kwam in het Palais des Lumières ook duidelijk tot uiting. Telegrafie- en telefoonsystemen allerhande schitterden de toeschouwer tegemoet. Er werd ook een blik op de eerste elektrische huishoudapparaten gepresenteerd, met als meest succesvolle product het strijkijzer.
Dit nummer van TIC heeft verder ook nog aandacht voor geschilderde muurreclames in Gent, het Teylers Museum in Haarlem en een keizerlijke snorrenbinder.
Het driemaandelijkse TIC Tijdschrift voor Industriële Cultuur is een uitgave van het MIAT. Een los nummer is verkrijgbaar aan 7 euro. Een jaarabonnement (4 nummers) kost 25 euro.