Expo belicht overvaart Oostende - Groot-Brittannië
In het Stadsmuseum Oostende opende onlangs een tentoonstelling over de geschiedenis van de overvaart tussen Oostende en Groot-Brittannië. Ook het NAVIGO-Nationaal Visserijmuseum meert momenteel aan in Oostende met een pop-up tentoonstelling over het visserijonderwijs.
De eerste regelmatige ferryverbinding kwam al in 1815 tot stand, toen een overeenkomst werd gesloten voor het overbrengen van post over het Kanaal. Later werden ook passagiers aan boord genomen. De overtocht gebeurde toen nog met houten zeilschepen, later werd overgeschakeld op stoomschepen. Op 4 maart 1846 vond de eerste overvaart plaats onder Belgische vlag, met een ijzeren stoomschip. Daarvoor zorgde het Bestuur van het Zeewezen, in 1971 omgedoopt tot Regie voor Maritiem Transport (RMT). Aanvankelijk konden alleen passagiers mee, vanaf de jaren dertig ook autos. In de jaren zestig kwam de volgende belangrijke technische innovatie, de hovercraft, nog later de draagvleugelboten (of jetfoils). Maar de tijden veranderden: de olie werd duurder, de verkoop van taksvrije goederen werd afgeschaft, en de Chunnel tussen Calais en Engeland maakte de overtocht veel korter en goedkoper. De RMT kon de concurrentie niet meer aan en werd in 1997 opgedoekt, het einde van een stuk Oostendse geschiedenis.
De tentoonstelling loopt nog tot 20 juni in het Stadsmuseum Oostende (Langestraat 69, Oostende).
Even verderop, in De Grote Post, loopt ook een kleine, maar boeiende pop-up tentoonstelling over het visserijonderwijs. Het tijdelijke museum gaat op zoek naar de roots van de visserij en het DNA van de visser. Door plaats te nemen achter de decennia oude schoolbanken en zelf de oude schriften ter hand te nemen, ontdek je zelf de verhalen van de vissersjongens. Het project kadert in het maritiem traject 'ZILT' en is de voorbode van de zomerexpo 'Stoer!' in het NAVIGO-Nationaal Visserijmuseum in Oostduinkerke.
Tot 31 mei te bezoeken op de 3e verdieping van De Grote Post (Hendrik Serruyslaan 18a, Oostende).