contact
MyEtwie
In de kijker

Het gerief van een bierbrouwer

Gepubliceerd op 24/10/2013
eit_23_1_2

Recent verscheen een nieuw nummer van het tijdschrift ‘Erfgoed van Industrie en Techniek’ (jaargang 22, nr. 1-2), een speciaal themanummer gewijd aan brouwen en mouten. Het nummer bevat onder meer een interessant artikel van Frank Becuwe over de bouwers van brouwerij- en mouterijmachines in Vlaanderen en Brussel.

De mechanisering en industrialisering van het brouwbedrijf, vanaf de tweede helft van de 19de eeuw, leidde tot het ontstaan van constructieateliers die brouwerijmachines bouwden en steeds verder perfectioneerden. Ondanks hun belang voor de economische ontwikkeling van de brouwerijsector, krijgen deze machinesbouwers en hun machines in het huidige brouwerijonderzoek zelden de aandacht die ze verdienen. Om een wetenschappelijk onderbouwde staalkaart van het brouwindustrieel erfgoed te (kunnen) behouden, is het nochtans belangrijk om de typologieën en de spreidingsgraad van het brouwersmateriaal te documenteren.

Frank Becuwe brengt in zijn bijdrage vijf Vlaamse en vijf Brusselse constructeurs van brouwerij- en moutgerei in beeld. Hiervoor baseerde hij zich op plaatsbezoeken en op de studie van historische vakliteratuur, zoals 'Le (nouvel) annuaire pratique de la Brasserie Belge' en het vakblad 'Le Petit Journal du Brasseur / Het kleine brouwersblad', dat sinds 1893 werd uitgegeven door het Verbond van de Belgische Brouwers.

Vlaanderen telde in de tweede helft van de 19de en de eerste helft van de 20ste eeuw relatief veel constructieateliers die brouwerij- en mouterijmaterieel vervaardigden. De meeste richtten zich op de regionale markt, maar enkele wisten zich te ontpoppen tot landelijke, soms zelfs internationale spelers. Opmerkelijk is dat deze gerenommeerde bedrijven in het bijzonder in de provincie Vlaams-Brabant en in Brussel waren gevestigd. Zo waren in Leuven de bedrijven 'Ateliers de Construction A. Goubet' en 'Ateliers Bonte' actief. Een andere belangrijkse speler was de firma Bollinckx in Buizingen, dat het brouwbedrijf van mechanische drijfkracht, en later ook van productiemachines voorzag.

Toonaangevende constructieateliers in Brussel waren onder meer het bedrijf H. Lafeuillade, dat een eigen systeem van warmeluchtasten voor het moutbedrijf ontwikkelde, en de 'Usines A. Vandergeeten', dat alle mogelijke toestellen voor brouwerijen, limonaderijen, melkerijen en wijnbedrijven produceerde. In West-Vlaanderen was de firma De Coster-Van de Velde in Tielt een belangrijke toeleverancier van brouwmaterieel. Een vaste waarde in de streek van Veurne was het bedrijf Victor Feys-Vanhee.

Een exhaustieve lijst van de inlandse bouwers van brouwerijmachines is op dit moment nog niet beschikbaar. De auteur besluit zijn bijdrage dan ook met de oproep aan andere brouw(erij)historici om dit hiaat in de onderzoeksagenda verder mee in te vullen.

Dit nummer van ‘Erfgoed van Industrie en Techniek’ bevat verder onder meer artikels over brouwerijen in Brugge, het mout- en brouwhuis De Snoek in Alveringem, en de herbestemmingen van Brouwerij Loriers in Hoegaarden en Brouwerij De Klok in Zottegem.

'Erfgoed van Industrie en Techniek. Vlaams-Nederlands tijdschrift voor industriecultuur' is een uitgave van de Stichting Erfgoed. Voor Vlaanderen is het abonnement verbonden aan het lidmaatschap van de Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie.