Over de slangentoren van Hasselt en de evolutie van brandweerslangen
- verhaal
In oktober bezocht ETWIE de brandweer van Hasselt. Niet omdat ETWIE in vuur en vlam stond, maar ze wilden ons graag hun 'slangentoren' laten zien. Gebeten door de vraag en nieuwsgierig naar het verhaal trok Sanne naar Hasselt en betrad ze samen met kapitein Tom Timmermans de vele trappen van de toren.
Om te weten wat een slangen- of brandweertoren nu net is, en waarvoor het gebruikt werd, moeten we kort kijken naar de geschiedenis van de brandweerslang.
Tot de 17de eeuw gebeurde het blussen van branden door het doorgeven van met water gevulde emmers. Van aan het waterreservoir, een rivier, vijver of waterput bijvoorbeeld, vormde men een lange ketting van mensen die emmers doorgaven tot aan de brandhaard.
In de 17de eeuw was er een slimme Nederlander, Jan van der Heyden, die het brandblussen voor eeuwig zou veranderen. Van der Heyden was schilder, tekenaar, maar ook uitvinder van onder andere de brandweerslag en de straatlantaarn.
In 1677 publiceerde Jan en zijn broer Nicolaas een bericht over een nieuw uitgevonden slangbrandspuit. Ze maken bekend dat ze een systeem bedacht hebben waarbij de lange rijen mensen met emmertjes overbodig zijn geworden: ‘een buygelijke buys, om haar gedaante een Slang genaamd, die men kan verlangen naar eysch en welgevallen'.
In de negentiende eeuw waren de slangen van hennep, vlas of leder. Om schimmelvorming aan de binnenkant tegen te gaan moesten ze na gebruik opgehangen worden om te drogen. Hiervoor werden dus slangentorens gebouwd als deel van of naast de brandweerkazerne.
De 'moderne' brandweerslag bestaat uit verschillende soorten rubber en moet niet meer opgehangen en intern gedroogd worden, daarom verloor dit bouwwerk zijn functie.
Slangentorens of droogtorens werden trouwens niet alleen gebruikt om slangen in te drogen, maar konden ook dienst doen als klokkentoren of toren waar brandweermannen en -vrouwen hoogteoefeningen deden.
De typologie van de slagentoren komt over de hele wereld voor. Bij veel brandweerkazernes zijn ze een kenmerkend en typisch element. Een droogtoren was tot midden twintigste eeuw een noodzakelijk element aan een brandweerkazerne, maar veel zijn helaas al verdwenen. Bij de bouw van naoorlogse kazernes werden geen torens meer gebouwd, doordat de nood om de slagen te drogen verdwenen was.
Over de hele wereld worden slangentorens - vaak een visuele landmark waar mensen zich op oriënteren - ofwel bewaard en in ere hersteld of, na luid protest, afgebroken. In Vlaanderen werden een aantal kazernes vastgesteld of beschermd, waar de toren deel van uit maakt.
In Vlaanderen vinden we nog slangentorens terug in onder andere Izegem, Kortrijk, Oudenaarde, Weelde en Gent.
De slangentoren in Hasselt combineerde net als andere brandweertorens verschillende functies in het verleden. Als slangentoren werd hij echter weinig tot niet gebruikt als droogtoren. Wanneer de kazerne in gebruik genomen werd, kort na 1950, waren rubberen slangen reeds in gebruik. Bovendien liepen de stookkosten om de toren te verwarmen torenhoog (no pun intended) op.
De slangentoren is een materiële getuigenis en onroerend restant van de evolutie die de brandweerslag doormaakte.
De toekomst van de brandweertoren van Hasselt is onzeker. Een aantal jaar terug verhuisde de brandweer naar een nieuwe kazerne. Het oude gebouw, met toren, ligt er nu verlaten bij. De site wacht op een nieuwe bestemming. Het zou mooi zijn als de toren hier ook een plaatje in zou vinden.
Naar aanleiding van Erfgoeddag 2021 maakte de Hasseltse brandweer ook een korte film over de werking van de brandweertoren.
Verwante publicaties
Titel | Auteur | Jaar | |
---|---|---|---|
575 jaar Brandweer Hasselt | Gerard VERBEEK | 1993 | Bekijk de publicatie |
Locaties
Verwante gemeentes