contact
MyEtwie
In de kijker

‘t Bruyne Kruyd: onderzoeksrapport over het erfgoed van de tabaksnijverheid in Vlaanderen

Gepubliceerd op 24/07/2017
borremans_compleetmachine
Foto: Een zogenaamde 'compleetmachine' om sigaren te maken in de fabriek Borremans (Geraardsbergen), collectie ETWIE

Het agentschap Onroerend Erfgoed publiceerde onlangs een uitgebreid onderzoeksrapport over het erfgoed van de tabaksnijverheid in Vlaanderen. In het rapport biedt onderzoeker Frank Becuwe voor het eerst een systematisch overzicht van de productieprocessen en hun ontwikkelingen, en schetst hij zo een coherent beeld van het industriële tabaksverleden in Vlaanderen, tussen ca. 1850 en 1970.

Vlaanderen werd eeuwenlang gekenmerkt door een rijke tabakscultuur. Uit gezondheidsoverwegingen boet het roken meer en meer aan sociale legitimatie in. Gelukkig vond het roerend en immaterieel erfgoed van het tabak roken, snuiven of pruimen intussen een onderkomen in het Nationaal Tabaksmuseum in Wervik. Documentatie, onderzoek en ontsluiting zorgen ervoor dat het veelzijdige verhaal van het bruyne kruyd tot ons collectief geheugen blijft behoren. Maar de ooit bloeiende tabaksteelt en -nijverheid lieten ook onroerende relicten na die zich minder gemakkelijk laten duiden, laat staan conserveren en beheren. Met dit rapport wordt de kennis aangereikt om het erfgoed van de tabaksteelt- en nijverheid te begrijpen, naar waarde te schatten en doordacht te hergebruiken.

Na een inleiding over de tabaksteelt in Vlaanderen, besteedt het rapport aandacht aan het droogproces, dat eeuwenlang op natuurlijke wijze plaatsvond in droogstellingen en droogschuren. Vanaf de jaren 1930 werd echter meer en meer overgeschakeld op kunstmatige droging in constructies die speciaal daartoe werden ontworpen. De typologische ontwikkeling van deze tabaksasten wordt in het rapport uitgebreid onder de loep genomen. Een volgend hoofdstuk is gewijd aan de tabaksfabrieken, waarin de droge tabaksbladeren verwerkt werden tot kerf- of snijtabak, pruimtabak, snuiftabak, sigaretten of sigaren. Omdat ieder product een specifieke bereiding vereiste, vertoonde de architectuur van deze fabrieken in het algemeen een weinig uniforme vormentaal.

De uitrustingen van de fabrieken verschilden niet alleen naargelang het te produceren product; ze ontsnapten evenmin aan de onstuitbare golf van mechanisering en industrialisering. Constructiehuizen speelden hierop in door zich te specialiseren in de bouw van steeds gesofisticeerder machines voor de tabaksindustrie. Bij de overgang van natuurlijke naar kunstmatige droging wierpen sommige plaatselijke ondernemers zich ook op als ervaren astenbouwers. Een overzicht van de belangrijkste toeleveringsbedrijven moet toelaten om ook een relevante staalkaart te behouden van het roerend erfgoed dat ondeelbaar bij de tabaksasten en -fabrieken hoort.

Het onderzoeksrapport ambieert een referentiekader aan te reiken voor de bescherming en het beheer van het tabakserfgoed in Vlaanderen, en sluit dan ook af met een aantal aanbevelingen om wetenschappelijke verantwoorde keuzes te maken bij behouds- en herbestemmingsvraagstukken.

Het onderzoeksrapport is digitaal beschikbaar via https://www.onroerenderfgoed.be/publicaties/onderzoeksrapport-t-bruyne-kruyd-het-erfgoed-van-de-tabaksnijverheid-vlaanderen-ca-1850.

Verwante gemeentes

Google Maps laden ...