contact
MyEtwie
In de kijker

Uit de kennisbank: keramiekerfgoed van Boch

Gepubliceerd op 21/10/2019
1200px-belgium_wallonia_-_la_louviere_-_royal_boch_-_four_bouteille_-_keramis_-_centre_de_la_ceramique

De ETWIE-Kennisbank bestaat intussen 6 jaar. Ze bevat maar liefst 1562 fiches over mensen en organisaties uit het TWI-erfgoedveld, en dan zie je soms door het bos de bomen niet meer. Daarom duiden we elke maand iemand aan om in de kennisbank te duiken, er één fiche uit te plukken en die in de kijker te zetten.

Deze maand kiest Vanessa De Geest, conservator van het Speelgoedmuseum in Mechelen, haar favoriete item uit de kennisbank.

De keuze van Vanessa De Geest

Gekozen item:

Keramiek en porselein van Boch, naar aanleiding van het verslag van een studiebezoek aan La Louvière.

Tijdens mijn verkenning van de ETWIE kennisdatabank kom ik al snel uit bij één van mijn favorieten: Torck speelgoed uit Deinze. De collectie van Katrien Lingier en Peter Van Veirdegem was in 2010 immers te gast in het Speelgoedmuseum ter gelegenheid van de expo ‘Van stappen tot trappen’ die ik mocht cureren. Torck wordt echter al besproken door Lieselot Cornelis, dus zet ik mijn zoektocht naar Belgische speelgoedfabrikanten verder. Al snel blijkt dat ik dringend zelf eens wat materiaal zou moeten aanleveren; ik denk aan poppenfabrikant Unica uit Kortrijk of de Brusselse producent van houten speelgoed Bois Manu. Uiteindelijk dwaal ik wat meer van mijn werk in het Speelgoedmuseum af en kom ik uit bij een totaal andere passie: keramiekerfgoed van Boch in La Louvière.

Waarom?

Wanneer ik over een rommelmarkt kuier en een paar mooie pastelkleurige borden van Boch aan mijn oog voorbij zie gaan, kan ik het meestal niet laten… Wat ooit begon als een toevallige vondst, is ondertussen uitgegroeid tot een uit de hand gelopen hobby: er zitten verschillende Boch serviezen in mijn collectie, inclusief sauskommen, koffiepotten… Genoeg materiaal om honderden personen van een feestmaal te voorzien! Mijn moeder verzamelt al jaren het bekende blauw-witte Kopenhagen servies, dus eigenlijk kan je ook wel stellen dat ik de Boch borden met de paplepel mee kreeg. Wat mij betreft is een studiebezoek aan La Louvière en het museum Keramis dus zeker voor herhaling vatbaar. De boeiende geschiedenis van één van de bekendste Belgische aardewerkproducten heeft zijn sporen achtergelaten in de architectuur van de stad en wie weet brengt het mij ook terug op het spoor van speelgoed…

Wat is het?

Het Centre Keramis is een eigentijds en gewaagd gebouw van architecten De Visscher & Vincentelli, opgetrokken op de plaats van de voormalige Boch fabriek in La Louvière. Het gebouw omsluit drie nog bewaard gebleven steenkoolovens, uniek in hun soort. Het museum heeft niet alleen aandacht voor de bedrijfsgeschiedenis en productietechnieken, maar ook voor artistieke creaties van vroeger en nu.

In 1841 kopen de Luxemburgse aardewerkfabrikant Jean-François Boch en zijn schoonzoon een pottenbakkerij en het terrein van de mijnen van Sars-Longchamps langs het kanaal van Charleroi. Enkele jaren later gaat de productie van start. Achter de fabriek bouwt de familie een reeks huizen voor de arbeiders. Vader en zoon Victor Boch willen samenhang creëren en al gauw wordt de wijk uitgebreid met een vak- en huishoudschool, een eigen koor en een fanfare. Zelfs een kunstkring ‘Les Amis de l’art’ wordt opgericht. Zo ontwikkelt zich rond de fabriekswijk een nieuwe stad die in 1869 de naam La Louvière krijgt, een allusie op de wolvin (louve) en tevens het symbool van Boch Keramis.

Dankzij de ligging vlakbij het kanaal en de komst van een spoorweg in 1845 kunnen steenkool, maar ook de belangrijkste grondstoffen voor de productie van fijn aardewerk – klei, silicium, kaolien en veldspaat – makkelijk aangevoerd worden vanuit de omgeving.

Al snel overstijgt de productie van Boch Keramis die van andere fabrieken, waardoor het bedrijf een porseleinfabriek in Doornik kan overnemen, en een zeer rendabele fabriek voor wandtegels kan oprichten in Louvroil. Dankzij de invloed van Victors dochter Anna Boch, die bevriend is met avant-garde kunstenaars, kent de artistieke productie een hoogtepunt, maar ook alledaagse, kwaliteitsvolle serviezen aan democratische prijzen blijven een belangrijk onderdeel van het aanbod. De firma kent een ongekende bloei en opent winkels in Antwerpen, Brussel en Parijs. In 1931 zijn er zo’n 1300 personen werkzaam. Vanaf de jaren 1970 zijn er verschillende herstructureringen en gaat het bergafwaarts met de firma. In 2009 moet de fabriek de deuren sluiten.

Duizenden vierkante meters tegels, gemaakt door Boch Frères in Louvroil, versieren de gevels en interieurs van huizen in La Louvière. Een ander spoor in de architectuur van de omgeving is het kasteel La Closière dat Victor Boch tussen 1857 en 1862 liet bouwen door Joseph Poelaert; een imposant, eclectisch geheel omgeven door een groot park. Ook het tegeltableau van keramist Ernest D’Hossche in de hal van het modernistisch stationsgebouw uit 1964 is zeker een bezoek waard. Hopelijk zal het kunstwerk in de toekomst nog in situ te bezichtigen zijn.

Tot slot rest mij nog deze vraag: heeft Boch in de loop van zijn lange geschiedenis speelgoedserviezen geproduceerd? Er zijn wel voorbeelden bekend van borden speciaal voor kinderen, maar werden er net als bij andere binnen- en buitenlandse bedrijven die porselein of aardewerk produceerden ook speelgoedserviezen (op maat van poppen en knuffels) op de markt gebracht als nevenproduct? Zelf ben ik er nog geen tegengekomen en in de collectie van het Speelgoedmuseum zijn ze evenmin vertegenwoordigd. Om een antwoord te vinden zal ik allicht verder moeten graven in La Louvière.

Volgende maand kiest Daniëlle De Vooght een item uit onze kennisbank.

Eerder verschenen in deze reeks:

? Torenverplaatsingsmuseum Bocholt
? Retrotheek Nieuwerkerken
? Collectie Torck
? Bezoekerscentrum Jules Destrooper in Lo
? Het TWI-erfgoed van de gemeente Anderlecht
? Scheepvaart, scheepsbouw en -scheepsrestauratie
? Watergebonden erfgoed
? Bakovens
? Bakstenen

Verwante gemeentes

Google Maps laden ...