contact
MyEtwie
In de kijker

Versnippering of diversiteit? De Belgische wetenschapsgeschiedenis na de Tweede Wereldoorlog

Gepubliceerd op 05/12/2013
studium512

Afgelopen zaterdag 30 november vierde Gewina. Belgisch-Nederlands genootschap voor wetenschaps- en universiteitsgeschiedenis zijn honderdjarig bestaan. Ter gelegenheid daarvan stelden David Baneke en Huib Zuidervaart een bijzonder nummer van het tijdschrift Studium samen, waarin wordt teruggekeken op een eeuw Gewina door een groot aantal auteurs. In een van de bijdragen bespreekt prof. Geert Vanpaemel (KU Leuven) de evolutie van de Belgische wetenschapsgeschiedenis na de Tweede Wereldoorlog. In zijn artikel schetst hij de moeizame geschiedenis van de discipline aan de hand van enkele verenigingen, in het bijzonder het 'Comité belge d’histoire des sciences', het 'Zuidnederlands Genootschap voor de Geschiedenis der Geneeskunde, Wiskunde en Natuurwetenschappen' en het 'Nationaal Comité voor Logica, Geschiedenis en Filosofie van de Wetenschappen'.

Het 'Comité belge d’histoire des sciences' was tot aan de Tweede Wereldoorlog de enige organisatie in België die zich expliciet met de wetenschapsgeschiedenis inliet. De vereniging was een tijdlang erg succesvol, maar vanaf het einde van de jaren zestig zou het comité een stille dood sterven. In 1960 was ondertussen het Zuidnederlands Genootschap voor de Geschiedenis van de Geneeskunde, Wiskunde en Natuurwetenschappen (Zuid-GeWiNa) opgericht, en dit in navolging van het Genootschap GeWiNa in Nederland, waarmee al snel toenadering werd gezocht. Zuid-Gewina, dat een uitgesproken Vlaams karakter had, verwierf op korte tijd een stevige positie in de Belgische wetenschapsgeschiedenis; daarbuiten bleef ze echter een nobele onbekende met nauwelijks enige impact.

Zowel Zuid-GeWiNa als het tijdschrift 'Scientiarum Historia' kenden een moeilijke periode vanaf de jaren zeventig, maar vanaf de late jaren tachtig flakkerde de werking weer op. In die periode promoveerden verschillende jonge onderzoekers met een proefschrift over wetenschapsgeschiedenis. Zij droegen bij aan de academisering en professionalisering van de discipline. De stopzetting van de financiering door de Universitaire Stichting van België in 1999 betekende echter dat Zuid-GeWiNa op zoek moest gaan naar andere bronnen van ondersteuning. Die vond zij bij het Nationaal Comité voor Logica, Geschiedenis en Filosofie van de Wetenschappen, dat vanaf 2000 in samenwerking met Zuid-GeWiNa het tijdschrift onder zijn vleugels nam. Dit 'Nationaal Comité' trachtte, onder impuls van Robert Halleux, de rangen van de wetenschapshistorici in België te sluiten. Het slaagde echter niet in deze opzet, want in 2007 volgde een fusie van Zuid-GeWina en GeWiNa. Het 'Nationaal Comité' zou vervolgens, onder het voorzitterschap van Jan Roegiers, evolueren naar een beroepsvereniging, waar interuniversitair overleg kan plaats vinden over samenwerking en oriëntatie van het vakgebied.

Na een lange periode van versnippering heeft de wetenschapsgeschiedenis de laatste jaren een stabiele positie verworven aan de universiteiten, besluit Vanpaemel, zij het niet als aparte discipline maar wel als erkend specialisme binnen de historische wetenschappen: "De recente doctoraten van Kenneth Bertrams, Raf De Bont, Jan Vandersmissen, Denis Diagre, Lyvia Diser en anderen, of de activiteiten van het Gentse Sarton Centre for History of Science verlenen aan de wetenschapsgeschiedenis toenemende zichtbaarheid en erkenning. De belangrijkste uitdagingen voor de onmiddellijke toekomst bestaan erin de verworven academische status te verstevigen, de samenwerking op te zoeken met verwante disciplines en ten slotte het professionalisme van het vakgebied te valoriseren in de popularisering van de wetenschappen en de samenwerking met erfgoedverenigingen en musea."

De bijdragen uit het ‘jubileumboek’ van Gewina zijn online beschikbaar op de website van Studium.