contact
MyEtwie
In de kijker

Vlaams-Brabant drinkt!

Gepubliceerd op 27/10/2015
Categorie
vlaamsbrabantdrinkt_cover

Op welke manier hebben bier en jenever bijgedragen tot de ontwikkeling van een streekgebonden culturele identiteit? Hoe is de beeldvorming rond alcohol geëvolueerd, en hoe is het gesteld met de productie, consumptie en distributie van alcohol in Vlaams-Brabant tussen 1800 en vandaag? Deze ambitieuze vragen worden beantwoord in het nieuwe boek 'Vlaams-Brabant drinkt. Bier- en jenevercultuur sinds 1800', dat zaterdag onder grote belangstelling werd voorgesteld in Diest.

Over de geschiedenis en het erfgoed van bier en jenever zijn al talrijke werken verschenen. 'Vlaams-Brabant drinkt' heeft de ambitie deze (lokale) geschiedenissen te overstijgen en een synthese te bieden van twee eeuwen bier- en jenevercultuur in de provincie Vlaams-Brabant. Het boek, geschreven door historica Annelies Tollet, verwerkt nieuwe (onderbelichte) bronnen en is gebaseerd op een uitgebreid literatuuronderzoek. De lezer krijgt drie hoofdstukken voorgeschoteld die telkens een tijdvak in de bier- en jenevergeschiedenis belichten aan de hand van het verhaal van een centrale figuur.

Sleutelfiguur in de eerste behandelde periode (1800-1880) is de Franse ingenieur Georges Lacambre, oprichter van de eerste Belgische stoombrouwerij Sociétés des Brasseries Belges in Leuven en auteur van het basiswerk Traité complet de la fabrication des bières. Impulsen om de sector, die tot dan voornamelijk artisanaal werkte, te industrialiseren, werden gemengd onthaald. Tollet wijst erop dat de ontwikkeling van een ‘lokale identiteit’ en ‘streekgebonden producten’, die ook vandaag in de lift zitten, begrepen moet worden als een reactie tegen die industrialisatie. De beeldvorming rond dronkenschap, dat vooral als een individueel probleem werd gezien, veranderde drastisch in die decennia: het werd meer en meer een maatschappelijke kwestie die de medische sector bezighoudt. Dit neemt niet weg dat het nuttigen van alcohol een sociaal gebeuren was en dat cafés uitgroeiden tot belangrijke plaatsen in een dorp.

De ontwikkelingen uit de eerste fase zetten zich door tot aan de Tweede Wereldoorlog. Dat maakt de geschiedenis van de Leuvense brouwerij Breda duidelijk. De industrialisatie ging meer en meer ingang vinden in de sector, terwijl de productie van lagegistingsbier veel kapitaal en kennis vereisten. Dit zorgde voor fusies en toenemende concentratie. De befaamde wet-Vandervelde uit 1919, die de verkoop van sterkedrank in het openbaar verbood, was het resultaat van de sterker wordende anti-alcoholbeweging. Deze evolutie zou vooral het imago van jenever geen goed doen. Innovatie op het vlak van distributie, met name bier in flessen, zorgde ervoor dat naast cafés en handelaars ook de detailhandel bier zou verkopen.

Het laatste hoofdstuk focust op Pierre Celis, de man achter de herlancering van het artisanale witbier. Het stokerij- en brouwlandschap veranderde drastisch na 1950 en evolueerde naar wat Tollet beschrijft als een duale structuur: enerzijds de grote spelers zoals AB InBev die de markt domineren en anderzijds middelgrote en kleine, artisanale brouwers en stokers die op kleinere schaal produceren en die inspelen op de toenemende vraag van de consument naar lokale en ‘authentieke’ producten.

'Vlaams-Brabant drinkt. Bier- en jenevercultuur sinds 1800' is een uitgave van de provincie Vlaams-Brabant en Openbaar Kunstbezit in Vlaanderen, in samenwerking met ADVN, AMSAB-ISG, KADOC en Liberaal Archief. Het boek kan besteld worden via www.vlaamsbrabant.be. In de Week van de Smaak kun je het boek en het Vlaams-Brabantse brouwerfgoed ook ontdekken tijdens activiteiten in Grimbergen, Halle en Wemmel.