Van telraam tot zakrekenmachine De geschiedenis van rekenhulpsystemen, verteld aan de hand van de verzameling van drie verzamelaars. In de verzameling van Dirk Standaert
- verhaal
Optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen, logaritmes, sinussen, cosinussen en tangensen. Voor de meesten onder ons roepen deze berekeningen herinneringen op van op de schoolbanken. Het is weinigen gegeven om al deze berekeningen uit het hoofd te maken. Door de eeuwen heen werden manieren gezocht om het rekenen te vergemakkelijken en om ingewikkelde bewerkingen uit te voeren. Hier verkennen we de evolutie van telraam tot zakrekenmachine. Vandaag deel 1: rekenschuiflatten.

Voor het echte rekenen gebruikte men in het verre verleden een abacus, Latijns voor rekenbord. Dit telraam is ontstaan ca 400 jaar voor Chr. en later veelvuldig aangepast.
Voor het vermenigvuldigen waren de rekenstaafjes van Napier (1550-1617) een grote hulp. Diezelfde Napier legde ook de basis voor logaritmes.
In 1620 voerde Edmund Gunter rekenkundige vermenigvuldigingen en delingen uit door met een passer afstanden op een logaritmische schaal op te tellen en af te trekken. Enkele jaren later verbeterde William Oughtred deze werkwijze door twee logaritmische schalen naast en ten opzichte van mekaar te verschuiven. Het rekenliniaal was hierbij geboren.


Een rekenliniaal is dus een analoog wiskundig instrument waarmee men berekeningen kan uitvoeren zoals vermenigvuldigingen. Door het aanbrengen van extra schaalverdelingen op de rekenliniaal kunnen naast de hiervoor beschreven bewerkingen ook de berekeningen van kwadraten, derde machten, vierkantswortels, derde machtswortels, trigoniometrische functies, logaritmen en exponentiële functies worden uitgevoerd.
Het rekenliniaal behoorde tot circa 1980 tot het standaard rekengereedschap van technici, natuurkundigen en ingenieurs. Rond deze periode kwamen goedkope elektronische, digitale rekenmachines op de markt die de rekenlinialen overbodig maakten.
Rekenlatten bestaan in verscheidene vormen, types en afmetingen. Het klassieke type bestaat uit drie linialen, waarvan de onderste en de bovenste onwrikbaar met mekaar zijn verbonden, zodat de middelste liniaal er kan tussen bewegen. Over het geheel kan een loper (cursor) verschoven worden. Wanneer we spreken over een rekenliniaal of rekenschuiflat gaat het echter ook over cilinders, schijven, kaarten edm.



Voor speciale berekeningen gebruikte men speciaal voor dat werk ingerichte rekenlinialen. Dit laatste geldt o.a. voor landmeten, navigatie, beton- en ijzerconstructies, binnen de scheepsbouw, voor de installatie van verwarming, elektronica enz.
In de verzameling van Dirk Standaert
Dirk is een verzamelaar pur sang. Naast rekenschuiflatten verzamelt hij ook mechanische rekenmachines, landmetertoestellen en boeken over oude landkaarten en Middeleeuwse miniaturen. Maar wij gingen natuurlijk op bezoek om zijn indrukwekkende verzameling rekenlatten te ontdekken.
Dirk’s collectie ging van start bij aanvang van zijn studies Bouwkundig Ingenieur aan de Rijksuniversiteit Gent in 1974. Daarvoor schafte hij zich een rekenlat van Faber Castell, model 2/83, aan. Slechts een jaar later raakten rekenschuiflatten al in ongebruik in de opleiding door de opkomst van de elektronische zakrekenmachines. Maar Dirk vatte dit aan als de start van een zeer uitgebreide verzameling. Een rekenschuiflat is en blijft, zo stelt Dirk, een eenvoudig, maar ingenieus rekenmiddel.
Van één rekenlat ging het gestaag richting meer dan 1500 exemplaren. Aanvankelijk breidde hij zijn verzameling uit door het struinen langs rommelmarkten. Later zocht en vond hij ook rekenlatten op eBay, ruilbijeenkomsten, via veilingen, contacten met gepensioneerde ingenieurs, winkels of zelfs advertenties.
Geleidelijk breidde niet alleen zijn verzameling uit, maar ook zijn kennis over de rekenlatten. De komst van het internet was een grote hulp. Daarvoor was het zoeken in boeken met modelnummers.
Compleet is zijn verzameling nog niet. Hij is steeds op zoek naar ‘speciale’ latten, latten voor bijzonder gebruik, met een niet alledaagse vormgeving etc.
In Vlaanderen kent hij geen andere verzamelaars van rekenschuiflatten. We kunnen dus wel stellen dat Dirks’ verzameling de grootste verzameling rekenlatten in Vlaanderen is!
De verzameling van Dirk in beeld
Vlaanderen kent een groot aantal privéverzamelaars, waaronder een aantal verzamelaars van rekenhulpmiddelen en -machines. Zij zijn bij uitstek de personen met de grootste technische kennis over de werking van deze objecten en hun geschiedenis. De meeste kennis vind je immers terug bij zij die gepassioneerd bezig zijn met het erfgoed. De kennis van deze verzamelaars willen we in beeld brengen en borgen voor de toekomst.
In een reportage brengen Serge Devidts, Dirk Standaert en Cris Van De Velde, drie verzamelaars van rekenhulpmiddelen, de historische stukken weer tot leven. Ze brengen hun meest markante stukken voor het voetlicht en vertellen ook waarom ze verzamelen, welk aspect van het rekenen hun aantrekt en hoe ze hun technische kennis vergaren.
Wil je graag meer weten over de verzameling van Dirk of over rekenhulpsystemen?
Locaties
Verwante gemeentes
Projecten
-
Privéverzamelaars
Lees meer