Fietsen

Historiek

In 1861 kreeg de Franse wagenmaker het idee om pedalen op het voorwiel van een loopfiets te plaatsen. De Michauxfiets kende een groot succes, en al snel kreeg zijn firma concurrentie van verschiellende andere fietsenfabrikanten.

Vanaf ca. 1870 werd de 'hoge bi' populair, een fiets die opviel door het grote verschil in afmeting tussen het voor- en achterwiel. Het kleine achterwiel diende voornamelijk om de fiets in evenwicht te houden. De hoge bi was snel en elegant, maar moeilijk te manoeuvreren. Het tuig was dan ook eerder geschikt voor de sport dan als transportmiddel. De pas uitgevonden kogellager werd toegepast in de stuurinrichting en het pedaalapparaat van de hoge bi.

Midden de jaren 1880 ontstond de kleinere, moderne fiets. Hij was voorzien van gelijke wielen van bescheiden afmeting en werd achteraan aangedreven door middel van een ketting. Hij was sneller, bood meer zekerheid, en werd nog efficiënter door de komst van de tube. Het eerste prototype van de moderne fiets, de zogenaamde 'Safety Bicycle', werd de eerste massaal geproduceerde fiets. In de loop van de 20ste eeuw zouden nog tal van verbeteringen volgen: de dynamo, de versnelling, de velgrem...

Met een fiets kon je natuurlijk niet alleen goederen en personen vervoeren. Je kon er ook wedstrijden mee rijden. De koerstraditie en het erfgoed van de wielersport is sterk vertegenwoordigd in Vlaanderen.

Erfgoed

Naast musea gewijd aan de wielersport, zijn er ook diverse privéverzamelaars met grote collecties fietsen en organisaties die rondritten met 'oude' fietsmodellen actief proberen promoten.