Lendelede

Belangrijk in deze West-Vlaamse gemeente was de vlasnijverheid. In 1904 werd de eerste vlaszwingelarij opgericht, in 1925 de eerste vlasroterij. In de jaren 1930 waren er al 31 zwingelarijen en 7 roterijen en waren er heel wat arbeiders werkzaam in de vlasindustrie. Ook nevenactiviteiten vonden plaats in deze gemeente: olieslagerijen voor lijnolie en linnenweverijen.

Weverij Neirynck-Holvoet verwierf in 1906 mechanische spinmachines. Tegen 1928 had het bedrijf ruim 1300 werknemers. In 1940 werden enkele bedrijven, zoals wolspinnerij in Heule, overgenomen en ontstond de Lainière de la Lys. In 1948 werd het uitgebreid met confectiebedrijf Tigronex. In 1958 volgde het tuftingbedrijf Nelca. In 1991 werd het bedrijf opgesplitst en werden de wolspinnerij en het tuftingbedrijf overgenomen door de Groep Dejaegere. die laatste ging in 2007 failliet en werd in 2008 gesloten.

Henri Combes richtte eind 19e eeuw een weverij op, gespecialiseerd in jute en zwaar lijnwaad. Later ontstond een drukkerij voor jute en kunststof zakken en een bedrijf voor verpakkingsweefsels: Cojubel.

Naast vlas, nam ook cichoreiteelt een rol in de agrarische geschiedenis van Lendelede.

Baksteenindustrie vinden we er met Vandemoortele, opgericht in 1914. In 1926 kwam er een ringoven. In 1980 sloot de steenbakkerij en kwam er in de plaats een stortplaats: Stevenstort.