contact
MyEtwie
In de kijker

TWIE Portret: Frank Panesi

Gepubliceerd op 23/02/2022
Categorie
etwie_Frank Panesi_ (c) Martin Corlazzoli
Foto: Frank Panesi, voorzitter van de Scute en verre nakomeling van een scheepsbouwer © Martin Corlazzoli

In het kader van het project Focus Vakmanschap vertoeven collega’s Lieselot en Joost bijna wekelijks in de buurt van de Blankenbergse jachthaven in de Scuteloods. Daar huist de Scute, een vereniging die het maritieme erfgoed uit het visserijverleden van Blankenberge wil herwaarderen. De ploeg van de Scute restaureert en bouwt er vol passie verloren gegane schepen van Vlaamse vissersgemeenschappen. Doel van de wekelijkse ETWIE-missie? Het borgen van één van vele maritieme technieken: het maken van een nieuwe grote mast voor de B1 Sint-Pieter, de Blankenbergse schuit die de zeebonken van de Scute eigenhandig hebben gebouwd.

Op donderdag 3 februari 2022 trek ik met Lieselot mee naar ‘t zeetje. Ik heb er afgesproken met Frank Panesi (72), voorzitter van de Scute en verre nakomeling van een scheepsbouwer. “Ik ben zeker niet de meest bijzondere of boeiende persoon die hier rondloopt”, benadrukt hij meteen. “Ik moet eigenlijk gewoon zorgen dat de voorwaarden er zijn zodat iedereen hier z’n ding kan doen.” Maar dat hij de geknipte verteller is om het verhaal van de Scute te brengen, kan hij niet ontkennen, en algauw staan we boven de loods in het Maritieme Scutemuseum tussen gereedschap, prenten en maquettes die ons herinneren aan het rijke vissersverleden van Blankenberge. De perfecte setting voor een interview. Mijn eerste vraag luidt: wie ben jij eigenlijk? En Frank steekt van wal.

etwie_frank panesi (2)_maritiem scutemuseum_(c) Martin Corlazzoli
Foto: Frank Panesi in het Maritiem Scutemuseum boven de Scuteloods in Blankenberge © Martin Corlazzoli

“Mijn naam is Frank Panesi, wat meteen ook een verwijzing is naar mijn roots. Panesi is een Italiaanse naam. Ik ben dan ook de nazaat van een Italiaan die in 1792 in Carasco geboren werd en aan het begin van de 19e eeuw, op z’n zestiende, uit die streek is vertrokken: Andreas Panesi. Vermoedelijk is hij vervolgens in Genua beland, waar hij de stiel van scheepstimmerman heeft geleerd.

Rond diezelfde periode treedt Napoleon uit ballingschap vanop het eiland Elba aan de Toscaanse kust om terug naar Frankrijk te keren, wat ons laat vermoeden dat Panesi misschien met het leger van Napoleon naar Waterloo is getrokken, samen met een heleboel andere Italianen. Mogelijks reisden zij als timmerman mee met de karren die kanonnen vervoerden. In 1815 moet Napoleon in Waterloo echter het onderspit delven. De Italianen keren hun kar en gaan mee met het Engelse leger richting Engeland. Via Oostende. En daar ontmoet mijn voorvader een vissersvrouw en hij blijft plakken.

In 1823 richt hij in Oostende een scheepswerf op. Waarschijnlijk bleven er wel meerdere Italianen plakken, want in z’n nalatenschap lezen we namen als Orlandini en Fiorini onder de families die bij hem werkten.

Panesi trouwde in 1833 en kreeg in totaal zes kinderen, waarvan er twee jong gestorven moeten zijn, want er waren slechts vier erfgenamen: twee jongens en twee meisjes. Elke zoon had z’n eigen werf en zo breidde de onderneming uit. De scheepswerf zou uiteindelijk tot 1967 blijven bestaan. Ikzelf behoor tot de zesde generatie nakomelingen en stam af van de oudste zoon. De werf die het langst bleef bestaan was die van de jongste zoon.

Waar nu het stadhuis van Oostende staat, was ooit het derde dok gelegen. Daar situeerden die Panesi-scheepswerven zich. Na de Tweede Wereldoorlog zijn ze dan verhuisd naar het visserijdok. Het ging om twee Panesi-werven: die van Richard Panesi, de laatste scheepsbouwer van de familie, en de werf Panesi-Deweert. Ik ben afstammeling van die laatste tak.”

Heb je die maritieme familietraditie verdergezet?

“Wel, als kind wilde ik graag kapitein worden. Aan vaders kant had je de scheepsbouwers, aan moeders kant de vissers, dus… (lacht) Ik was echter niet zo goed in wiskunde, en mijn carrière nam een andere wending. Ik genoot een opleiding tot maatschappelijk assistent en heb heel lang in de bijzondere jeugdzorg en jeugdbescherming gewerkt. Ik eindigde als consulent in de jeugdrechtbank van Brugge. Ik werd er ook diensthoofd, een ervaring die ik vandaag bij de Scute goed kan gebruiken: administratie opvolgen, vergaderingen bijeenroepen… Intussen ben ik hier 12 jaar voorzitter, maar ik was er al van bij het prille begin.”

etwie_de scute_(c) Martin Corlazzoli
Foto: vrolijke bende © Martin Corlazzoli

Wanneer was dat? Met welk doel werd de Scute in het leven geroepen?

“De Scute ontstond in 1992 op initiatief van Herman De Wit, folkmuzikant en instrumentenbouwer uit het Pajottenland, gekend van ’t Kliekske. Als folkartiest werd Herman vaak uitgenodigd om Franse kaaifestivals op te luisteren, maritieme festivals in Frankrijk met soms wel duizend boten. Zo’n traditie kennen wij hier niet, en als Belg werd hij er herhaaldelijk op gewezen dat België geen boten afvaardigde. Als we geen boot hébben, dacht Herman, dan bóuwen we er één. En hij verzamelde mensen rond zich en bouwde een boot, samen met zeilmakerij Wittevrongel. De Scute was geboren. En ik was erbij.

Er kwam oorspronkelijk wat kritiek op de naam van onze vzw, omdat men in Blankenberge eerder schuute zegt tegen een schuit. Maar scute verwijst eigenlijk naar het Latijnse woord scuta. Vissersboot. Genoemd naar de kleinste dracar van de Vikingen destijds: de skuta.”

Hoe kwam jij bij de Scute terecht?

“Ik zat al in het zeilwereldje en ging varen met een vriend van Herman De Wit. Met onze boot zijn we op een dag bij de firma Wittevrongel beland. We werden bemanning aan boord van de boot van Raf Wittevrongel, en zo ging de bal aan het rollen. De schipper is nu 80 jaar oud, ik 72, en we varen nog altijd. We waren goeie amateurs.”

Maar jullie hebben dus een boot gebouwd?

“Ja, in 1992 begonnen de leden van de Scute te timmeren aan een eigen visserboot, type Blankenbergse schuit: de B1 Sint-Pieter. Het zou uiteindelijk tot 1999 duren tot het klusje geklaard was. In 2002 begonnen we dan een loodskotter te bouwen, maar die konden we nooit afwerken. Ons clublokaal is er nu in gevestigd.”

etwie_clublokaal de Scute_(c) Martin Corlazzoli
Foto: het team van de Scute voor hun clublokaal, de loodskotter © Martin Corlazzoli

Bestaan er nog initiatieven zoals de Scute?

“Wat wij doen is eigenlijk onder te verdelen in twee grote luiken. ’s Winters onderhouden we boten en werken we aan eigen projecten. En in de zomer gaan we varen met onze twee erfgoedboten. Dan trekken we naar de maritieme evenementen aan onze kust: Oostende voor Anker, Klassieke Schepen Nieuwpoort, de Tall Ships Races in Antwerpen, Water-rAnt en in Nederland de dagen op het Veerse meer… Daar ontmoeten we de community. Er is een Old Gaffers Association voor België en Nederland in het Scheldebekken, een groep eigenaars van oude schepen, waar de Scute ook deel van uitmaakt. Er zijn projecten via Euregio Scheldemond. Er zijn initiatieven in Oost-Engeland, zoals de Pioneer Sailing Trust, waar we met ons zeilschip B72 Jacqueline-Denise al naartoe gingen. En in Noord-Frankrijk zijn er tal van maritieme feesten. Daar heeft elke haven z’n eigen originele, klassieke vissersboot. Die feesten werden op televisiezender FR3 wekelijks in beeld gebracht. In 2001 zijn we met de B1 Sint-Pieter zelf nog naar Île Tatihou gevaren, een reis van een maand. Frankrijk heeft een heel lange kustlijn; daar wordt de maritieme traditie hoog in het vaandel gedragen. Onze kust van 67 km kent zo’n traditie niet echt. Maar Watererfgoed Vlaanderen overkoepelt sinds enkele jaren alle initiatieven die zich om ons maritieme patrimonium bekommeren.”

etwie_Frank Panesi_de Scute_(c) Martin Corlazzoli
Foto: in het Scutemuseum © Martin Corlazzoli
etwie_frank panesi_scutemuseum_(c) Martin Corlazzoli
Foto: in het Scutemuseum © Martin Corlazzoli
etwie_frank panesi_maritiem scutemuseum_(c) Martin Corlazzoli
Foto: in het Scutemuseum © Martin Corlazzoli

Wat is jouw mooiste herinnering bij de Scute?

“De tewaterlating van onze zelfgebouwde Blankenbergse schuit B1 Sint-Pieter op 10 september 1999 was voor ons een magische dag. Meer dan duizend mensen woonden het gebeuren bij. Het was prachtig weer, en er was enorm veel belangstelling. Toespraken van de Blankenbergse burgemeester en anderen zetten het evenement alle luister bij. De zogenaamde maidentocht, de eerste vaart van het schip, was een ontroerende gebeurtenis.

Ook de reis die we naar Île Tatihou maakten met de B1 Sint-Pieter, genoemd overigens naar de patroonheilige van de vissers in Blankenberge, was een historisch moment. Toen we die boot maakten, bestonden er geen plannen van het schip. Die bouwkennis werd enkel mondeling doorgegeven van vader op zoon. Ward Heyneman, technisch tekenaar en lid van de Scute, heeft op een dag een grote maquette gebouwd, uitgetekend en zo zelf plannen gecreëerd. Met die plannen werd onze schuit gebouwd. Op een dag verscheen in een Frans maritiem magazine een artikel over de B1 Sint-Pieter. Niet veel later kwamen we te weten dat er toch plannen van dat type boot bleken te bestaan, ergens verborgen in een archief in Frankrijk. Napoleon had namelijk plannen om Engeland binnen te vallen. Voor die invasie had hij landingsschepen nodig, waarmee hij zo dicht mogelijk tegen de kust zou kunnen varen om vlot aan land te gaan. Platbodems zijn daarvoor erg geschikt, omdat ze minder diep in het water hangen. Napoleon liet daarom plannen optekenen van alle platbodems aan onze kust en wilde uiteindelijk 700 Blankenbergse schuiten bouwen om onze overzeese buren aan te vallen. Die aanval kwam er nooit… maar de scheepsplannen waren er wel. We kregen er een kopie van, en wat bleek? De plannen stemden perfect overeen met de plannen die wij gebruikten bij het bouwen van ons schip. Dat was echt een toevalstreffer en het is vandaag een toffe anekdote om te delen. Daarnaast heb ik vooral mooie herinneringen aan reizen met de B1 Sint-Pieter en de B72 Jacqueline-Denise.

De B1 Sint-Pieter is mijn favoriet. Met die boot heb ik de grootste emotionele connectie, omdat ik hem mee heb gebouwd. De B72 Jacqueline-Denise daarentegen was een wrak dat door onze ondervoorzitter Peter Sabbe aanvankelijk werd gekocht om te verbouwen. Toen er vanuit Europa fondsen kwamen om vissersboten van de sloop te redden en om te bouwen tot toeristische erfgoedboten, verkocht hij het wrak aan de stad Blankenberge. De stad diende een dossier in en zoals er subsidies waren om de B1 Sint-Pieter af te werken, kon de stad nu ook rekenen op subsidies om de B72 Jacqueline-Denise te laten herstellen door scheepsbouwer Jan Vandamme. De B72 Jacqueline-Denise kwam uiteindelijk in 2006 bij ons terecht als compleet herstelde garnaalsloep.”

Waar ben je vandaag als voorzitter trots op?

“Ik ben vooral trots op het feit dat we hier al 30 jaar zoveel mensen kunnen mobiliseren om zich in te zetten voor het visserspatrimonium van Blankenberge. En dat dat goed loopt. We zijn een bende vrienden geworden, met heel diverse achtergronden. We vinden met z’n allen dat ons vissersverleden niet verwaarloosd mag worden, want Blankenberge zou er zonder de vissersgemeenschap nooit geweest zijn. Er zou geen haven zijn. In het Belle Epoque Centrum in de stad wordt die visserijgeschiedenis slechts in een klein hoekje toegelicht, maar die verdient eigenlijk meer aandacht. Hopelijk komt er op een dag meer ruimte voor ons museum…”

Welke droom koester je voor de toekomst van de Scute?

“Ik hoop vooral op continuïteit binnen onze vereniging. Toen alles 30 jaar geleden begon, waren de stichters nog veertigers. Nu zijn dit zeventigers. Ondertussen is er al een volgende generatie actief, maar toch. Ook na ons moet dit verhaal blijven bestaan. We willen jonge mensen dus zover krijgen dat ze óók aansluiten bij onze groep, en dat is niet evident. Zo nu en dan nemen we onze buren van de Sea Scouts mee op zee. En soms blijft er wel eens een jongeling van 18 of 19 jaar plakken... tot hij of zij iemand ontmoet en geen tijd meer heeft voor de Scute. We hopen dat die jongeren op termijn bij ons terugkeren, maar denken dat er eigenlijk een aparte jonge groep naast ons zou moeten bestaan die even enthousiast om het voortbestaan van ons erfgoed kampt en niet gewoon met ons moet meelopen.”

etwie_team de scute_(c) Martin Corlazzoli
Foto: De buitenmast wordt geschaafd © Corlazzoli
etwie_team de scute (2)_(c) Martin Corlazzoli
Foto: teamwork bij de Scute © Martin Corlazzoli
etwie_de scute_de mast_(c) Martin Corlazzoli
Foto: een nieuwe mast voor de B1 Sint-Pieter © Martin Corlazzoli

Kan iedereen zomaar aansluiten bij de Scute?

“Eigenlijk zoeken we vooral mensen met interesse in het maritieme. Misschien hebben ze al ervaring met houtbewerking of als bemanning op een schip en kennen ze iets van zeilen, navigatie… We hebben mensen van diverse pluimage. Er zijn mecaniciens voor de motoren, elektriciens voor de elektriciteit in de schepen, timmermannen, leden die zorgen voor catering, PR… Vaak vinden mensen eerder toevallig de weg naar ons. Ze hebben bijvoorbeeld zelf een boot liggen in de jachthaven en lopen voorbij wanneer we aan het werk zijn. Geven ze dan tips bij wat we aan het doen zijn, dan steken we hen een hamer en een zaag in de hand en laten hen meehelpen.

We zoeken overigens niet alleen jongeren, maar ook fondsen. Wij worden dan wel gesubsidieerd vanuit de lokale overheid, maar twee derde van onze financiën halen we eigenlijk uit onze deelnames aan maritieme evenementen. Daar verkopen we wulken en jenever; de mensen staan van ’s morgens vroeg bij ons kraampje in de rij! Of we verkopen merchandising, organiseren mosselsoupers, verhuren onze loods aan toneelverenigingen... Door corona konden heel veel evenementen niet doorgaan en geraken onze reserves uitgeput. Er komt al twee jaar niks binnen, maar intussen moeten we wel de huur van onze loods betalen, en onze nieuwe mast kost ook algauw 10.000 euro. We doen daarom een poging om via crowdfunding wat centjes te verzamelen, maar hopen ook op subsidies.

Een van de frustraties binnen de Scute is dat er wel subsidies bestaan in ons land om erfgoed in ere te houden, maar onze Blankenbergse schuit kan bijvoorbeeld pas erfgoedstatus krijgen wanneer die 30 jaar oud is. Op dit moment kost het onderhoud van dat schip veel geld, maar krijgen wij geen cent uit die fondsen, terwijl de B1 Sint-Pieter het enige exemplaar is van dit type vissersboot dat nog bestaat. En we varen er ook effectief mee. Andere knappe boten staan dan weer wél op de lijst met te beschermen erfgoed, terwijl die gewoon aangemeerd liggen. Dat komt door de reglementering: varend erfgoed wordt beschouwd als onroerend erfgoed. Watererfgoed Vlaanderen ijvert nu voor middelen voor unieke schepen die niet aan alle vooropgestelde criteria voldoen om toch ondersteuning te bieden aan dit soort projecten. We hopen dat de organisatie daarin slaagt, natuurlijk. Intussen zijn ook extra subsidies vanuit de gemeente altijd welkom.”

Welke maritieme tips heb je nog voor ons? Zijn er evenementen waar je extra naar uitkijkt?

“Ja, dat zijn de Havenfeesten in Blankenberge. Daar zien we alle collega's; de hele maritieme gemeenschap komt er samen. De feesten vangen al 70 jaar lang aan op Hemelvaart. In 2022 lopen ze van 26 tot 29 mei. Samen met Oostende voor Anker is dit hét evenement waar we moeten zijn. Het is de hoogmis van ons maritiem erfgoed.”

Intussen zijn de mannen en vrouwen van de Scute druk in de weer met het bouwen van een nieuwe mast. De loods is kil, de lucht Belgisch grijs. Maar het hout wordt geschaafd en gelijmd met evenveel liefde en vriendschap als later in de pauze koffie of wijn wordt ingeschonken. De Scute blijkt een gezellige, warme bende te zijn. Met veel passie voor ons maritieme verleden, open armen en een stevig stel zeebenen.

(Hannelore)

etwie_Johan Louwage_de Scute_(c) Martin Corlazzoli
Foto: Johan Louwage: schipper en duivel-doet-al, leidt de constructie van de nieuwe mast © Martin Corlazzoli
etwie_herman decroos (2)_de scute_(c) Martin Corlazzoli
Foto: Herman Decroos: electiricien, zorgt voor alle elektrische installaties van de Scute en de erfgoedboten © Martin Corlazzoli
etwie_rudi de cock_de scute_(c) Martn Corlazzoli
Foto: Rudi De Cock: zeiler en bemanningslid, helpt mee met alle klussen bij de Scute © Martin Corlazzoli
etwie_frank leentjes_de scute_(c) Martin Corlazzoli
Foto: Frank Leentjes: bemanningslid, helpt mee met alle klussen in de loods en aan boord, en sponsort werkmateriaal © Martin Corlazzoli
etwie_etienne wauters_de scute_(c) Martin Corlazzoli
Foto: Etienne Wauters: secretaris en bemanningslid © Martin Corlazzoli
etwie_peter sabbe_de scute_(c) Martin Corlazzoli
Foto: Peter Sabbe: ondervoorzitter, schipper, zeiler en organisator van de maritieme evenementen © Martin Corlazzoli
etwie_Jos De Troch_de scute_(c) Martin Corlazzoli
Foto: Jos De Troch: schipper en zeiler © Martin Corlazzoli
etwie_François De Jonghe_de scute_(c) Martin Corlazzoli
Foto: François De Jonghe: timmerman en bemanningslid © Martin Corlazzoli
etwie_jan vandamme_de scute_(c) Martin Corlazzoli
Foto: Jan Vandamme: professioneel scheepsbouwer, eigenaar van de Scuteloods, mentor en supervisor © Martin Corlazzoli
etwie_jan baert_de scute_(c) Martin Corlazzoli
Foto: Jan Baert: catering, bemanningslid en museumgids © Martin Corlazzoli
etwie_andre viaene_de scute_(c) Martin Corlazzoli
Foto: André Viaene: bar en catering in de Scuteloods © Martin Corlazzoli
etwie_claire baeyens_de scute_(c) Martin Corlazzoli
Foto: Claire Baeyens: helpt overal en kijkt teksten en publicaties na © Martin Corlazzoli
etwie_greet blomme_de scute_(c) Martin Corlazzoli
Foto: Greet Blomme: artieste, helpt mee met PR en evenementen © Martin Corlazzoli
etwie_frank panesi (2)_de scute_(c) Martin Corlazzoli
Foto: Frank Panesi: voorzitter, bemanningslid en museumgids © Martin Corlazzoli
etwie_danny duym_de scute_(c) Martin Corlazzoli
Foto: Danny Duym: zeiler en bemanningslid © Martin Corlazzoli

Wil je De Scute graag van dichterbij leren kennen? Neem dan zeker een kijkje op de website of Facebookpagina. De ploeg komt elke donderdag samen in de Scuteloods. Het Maritiem Scutemuseum kan op afspraak worden bezocht, ook excursies op zee met de Blankenbergse schuit zijn mogelijk. Contacteer de Scute via +32 476 88 59 71 of info@descute.be (voor excursies op zee: zeetochten@descute.be).

etwie_nieuwe mast B1 Sint-Pieter_(c) Martin Corlazzoli
Foto: © Martin Corlazzoli

Verwante gemeentes

Google Maps laden ...