contact
MyEtwie
Thema in de kennisbank

Historiek

Omstreeks het midden van de 19de eeuw deed aardolie in ons land zijn intrede als nieuwe bron van energie. Het werd geïmporteerd uit de VS en andere ontginningsgebieden. Al vanaf 1861 nam Antwerpen een pioniersrol op in de overslag van petroleumproducten. Toen werden namelijk de eerste veertig vaten geraffineerde lampenolie gelost, op initiatief van de Consul van de Verenigde Staten, om in Antwerpen te verkopen. Al in 1875 was Antwerpen één van de grote petroleumhavens van de wereld, na Londen, New York en Liverpool. Een grote brand in 1889 deed de stad beslissen om de petroleumactiviteiten te groeperen op een afzonderlijk terrein: Petroleum Zuid.

Om de grote hoeveelheden ruwe olie over te slaan was er een jetty nodig om de petroleum van de schepen te lossen, een uitgebreid leidingnetwerk om de ruwe olie vervolgens te pompen naar grote tanks en die op hun beurt weer te legen, vullen en verpompen naargelang de behoeftes van verwerkende bedrijven. Heel wat bedrijven die deze aardolie gingen verwerken tot fijnere brandstoffen en derivaten vestigen zich vlakbij.

De grote boost voor de ontwikkeling van de petroleumindustrie komt na de Tweede Wereldoorlog, met talrijke nieuwe bedrijven die neerstrijken, volumes die toenemen en het aantal commerciële toepassingen dat de lucht in schiet. Onder meer de 'Belgian Benzine Company', in 1930 herdoopt tot 'Belgian Shell Company', opereerde toen al wereldwijd in de exploitatie, het transport, de raffinage en distributie van ruwe olie en zijn derivaten. Ook elders in Vlaanderen verrezen maatschappijen. Laurent Meeùs start in 1920 met steun van de Generale Maatschappij van België de 'Compagnie Financière Belge des Pétroles', ook wel gekend als Petrofina.

De kaart van raffinage en distributie, mogelijk vanuit draaischijf Antwerpen, werd volop getrokken. De petroleumindustrie groeide snel en had steeds meer ruimte nodig. Toen in 1947 het Marshalldok werd aangelegd verschoof deze industrietak steeds meer naar het noorden van de haven. Petrofina diversifieert al snel de producten die gemaakt worden en richt daartoe diverse dochterbedrijven op: Petrochim, Polyolefins, Amoco Fina, Montefina, Purfina, .... In de jaren '60 vestigen buitenlandse spelers zich in Vlaanderen: Texaco en Shell in Gent. Esso, Occidental Petroleum en BASF in Antwerpen. Er ontstonden ook samenwerkingen. Zo richten Petrochim (dochterbedrijf van Petrofina) samen met Union Carbide 'Cobenam' op, dat zich toelegt op de productie van polyetheen van lage dichtheid, vandaag de meest gebruikte kunststof ter wereld.

In de jaren 1960-1990 raakt de site van Petroleum Zuid grotendeels verlaten.

Erfgoed

In 2008 werd een Steinmüller stoomketel op de site van Petroleum Zuid beschermd. In 2016 werden nog vijf constructies op de site Petroleum Zuid definitief beschermd: de jettypier, bovengrondse pijpleidingen, het pomphuis, opslagtanks met bakstenen trapconstructies en taluds, de conciërgewoning en de betonnen loods van de American Petroleum Company.

Titel Auteur Jaar
De petroleumindustrie in België op het einde van de negentiende eeuw tot het midden van de twintigste eeuw Cristel VERVUST 1996 Bekijk de publicatie
Petrofina, un groupe pétrolier international et la gestion de l'incertitude. Tome I: 1920-1979. M. DUMOULIN 1997 Bekijk de publicatie

Verwante gemeentes

Google Maps laden ...

Wil je hier graag meer over weten?