Spoorwegen, stations en seinhuizen
HoofdthemaOp 1 mei 1833 werd in het Belgisch parlement een wet goedgekeurd voor de aanleg van het Belgische spoorwegnet. Het net moest België ontsluiten en de toegang naar het buitenland verzekeren. De eerste spoorlijn in België ging open op 5 mei 1835 en liep tussen Mechelen en Brussel.
Sinds deze eerste trein vond er een grote evolutie plaats, zowel op het spoorwegnetwerk als in de manier van reizen en de architectuur van de stations. Systematisch werd het spoorwegnet uitgebreid; de verbinding tussen de grote steden en met de buurlanden werd door de staat voorzien. Later werd op kleinere private maatschappijen gerekend voor de verdere uitbouwen en verdichting van het net. Samen met de uitbouw werd aandacht besteed aan de vormgeving van de stations waar de reizigers dienden te wachten, vertrokken, langsreden of uitstapten. Het stationsgebouw was een gebouw waar vele diensten gebundeld waren: wachtruimte, aankopen van vervoersbewijs, eventuele drink- of eetgelegenheid, sanitair, bureau en woning van de stationschef, machine‐ en opslagruimte,… Het spreekt voor zich dat niet al deze functies in alle stations aanwezig dienden te zijn. Hiervoor werden verschillende types van stationsgebouwen ontworpen, naargelang de plaats en de belangrijkheid van het gebouw. In kleinere plattelandsdorpen was enkel de behoefte voor een enkele wachtruimte, een bureau en ruimte om een ticket te kopen, eventueel uitgebreid met een woning voor de stationsbediende. In steden had men een onderverdeling in wachtruimte voor reizigers uit de eerste, tweede en derde klasse en opbergruimte. In de grote steden was vaak ook nood aan onder andere meer bureaus, opslagplaats voor bagage en materieel, enz. Tevens konden ook nog andere diensten in het station ondergebracht worden.
Voor de bouw van de stationsgebouwen, een nieuw soort gebouwtypologie, werd er beroep gedaan op de toen nieuwe bouwtechnieken en -materialen zoals ijzer, glas en staal. Voor de vormentaal werd teruggegrepen naar de voorgaande historische stijlen wat de stationsarchitectuur in de 19de eeuw een eclectisch of pittoresk uitzicht geeft.
Reeds bij het begin van de ontwikkeling van het spoornet werden de eerste gebouwde stations afgebroken en vervangen door nieuwe. Sommige gebouwen werden vervangen door grotere stations in een nieuwere stijl en voorlopige constructies uit hout werden afgebroken en vervangen door bakstenen stations. In beide wereldoorlogen werden vele stations en stationsgebouwen vernield en heropgebouwd. Ten slotte werden veel gebouwen afgebroken bij de elektrificatie van het net in de jaren 1970 en 1980 en vervangen door een modern nieuwbouwstation.
Vandaag zijn veel stationsgebouwen en hun omgeving beschermd als monument en/of dorps- of stadsgezicht.
Verwante publicaties
Titel | Auteur | Jaar | |
---|---|---|---|
150 jaar spoorwegen te Diest 1865-2015 | Sandra ALAERTS | 2015 | Bekijk de publicatie |
De Ateliers de la Dyle (Leuven, 1866-1928). Een exemplarisch en methodologisch onderzoek naar de economische, materiële en sociale aspecten van de Belgische industriële ontwikkeling | Jan VAN OUTRIVE | 1987 | Bekijk de publicatie |
De Centrale Werkplaatsen van Kessel-Lo, 1863-1898. Een bedrijfsgeschiedenis | Kristof AERTS | 1993 | Bekijk de publicatie |
De stations van de Dender-Waaslijn: een zoektocht naar de spoorwegarchitectuur van Jean-Pierre Cluysenaar en gebruik in verleden, heden en toekomst | Sanne VAN BELLINGEN | 2012 | Bekijk de publicatie |
Gent op het spoor. Stations maken de stad | Guido DESEYN | 2010 | Bekijk de publicatie |
Het groeiende erfgoedbewustzijn van de NMBS | Bregt BROSENS | 2021 | Bekijk de publicatie |
Het openbaar vervoer in België 1980 - 1990. De grote ontsporing | Jacques PEETERS | 2020 | Bekijk de publicatie |
Het station van Oudenaarde, een kunsthistorische benadering | Patrick DEVOS | 1985 | Bekijk de publicatie |
Het stoomtijdperk bij de buurtspoorwegen | Jos BLOCK | 1985 | Bekijk de publicatie |
Interieurs van spoorwegstations in West-Vlaanderen, periode 1838 - 1914 | Elaine STICHELBAUT | 2010 | Bekijk de publicatie |
Interieurs van spoorwegstations in West-Vlaanderen. Periode 1838-1914 | Elaine STICHELBAUT | 2010 | Bekijk de publicatie |
L'année Européenne du Rail | Gislaine DEVILLERS | 2021 | Bekijk de publicatie |
Le train de plaisir | Gerrit VERHOEVEN | 2021 | Bekijk de publicatie |
Les gares bruxelloises. Un patrimoine méconnu | Thierry DEMEY | 1994 | Bekijk de publicatie |
Masterplan Spoor Oost. Van spoorwegemplacement naar groene leefbare stadsruimte | Pieter STEENS | 2013 | Bekijk de publicatie |
Rollend materieel bij de Buurtspoorwegen, 1885-1991 | Jos BLOCK | 1997 | Bekijk de publicatie |
Seinhuizen architecturaal. Een typologische studie | Laura MAY | 2011 | Bekijk de publicatie |
Spoorwegen in België. Chemins de fer en Belgique. Railroads in Belgium | Adriaan LINTERS | 1985 | Bekijk de publicatie |
Spoorwegen in Limburg | Bert VAN DOORSLAER | 1991 | Bekijk de publicatie |
Sporen van een veranderend België | Johan VREYS | 2021 | Bekijk de publicatie |
Station Harelbeke heen en terug | Frans DECLERCQ | 1996 | Bekijk de publicatie |
Stationarchitectuur in België. Deel 1. 1835-1914 | Hugo DE BOT | 2002 | Bekijk de publicatie |
Van poetsen naar preventieve conservering | Anne-Cathérine OLBRECHTS | 2021 | Bekijk de publicatie |
Locaties
Verwante gemeentes