contact
MyEtwie
Actor

Collectie Paleontologie KU Leuven

  • Collectie
  • Expert
  • Onderzoeker
  • Onderwijsinstelling

De paleontologische collectie bestaat uit meer dan 100.000 macrofossielen uit het Paleozoïcum tot en met het Quartair en een collectie van vooral Cenozoïsche microfssielen. De paleontologische collectie is grofweg op te delen in vier categoriën:

  1. Fossielen van planten: deze paleobotanische collectie bevat vooral afdrukken van carboonplanten uit locaties in België die niet meer ontgonnen worden. Hier is de wetenschappelijke functie en waarde vrij hoog. Daarnaast is er de collectie met de Paleocene planten van Gelinden. Ook dit is een collectie waarvan de stukken afkomstig zijn uit een gebied waar niet meer gegraven wordt. Een uitzonderlijk collectiestuk is een fossiele boomstam uit het Carboon, in bruikleen in het Mijnmuseum in Beringen.

    1. Fossielen van vertebraten (gewervelde dieren):

  • het Cenozoïsche materiaal is vooral afkomstig van Franse vindplaatsen zoals Quercy. Dit materiaal behoort vooral tot de "collectie Filhol", naar de Franse paleontoloog Henri Filhol (1843-1902) die het materiaal bestudeerde. Het materiaal bevat ook enkele holotypes (unieke exemplaren waarop een nieuwe soort werd gebaseerd) en paratypes (bijkomende specimens waarop de eerste beschrijving was gebaseerd). Verder zijn er enkele tientallen specimens die in wetenschappelijke publicaties worden afgebeeld. Al deze exemplaren hebben een hoge wetenschappelijke waarde.

  • Het Pleistocene vertebratenmateriaal bestaat hoofdzakelijk uit soorten van de laatste ijstijd (holenbeer, mammoet, wolharige neushoorn, e.d.). Het gaat om botten, schedels, skeletten en gipsafdrukken. Daarnaast is er ook een verzameling walvisbeenderen, afkomstig uit de omgeving van Antwerpen. Opmerkelijk is het fossiele reuzenhert met een schouderhoogte van 2, 10 m en een geweibreedte van ruim drie meter.

  1. Fossielen van invertebraten (ongewervelde dieren): Deze collectie omvat het grootste aantal exemplaren van macrofossielen en omvat enkele grote deelcollecties, die van Asselberghs, Latinis en Ringelé. De Asselberghscollectie bestaat uit fossielen van Paleozoïsche zeedieren, vooral brachiopoden. De ‘Latiniscollectie’ is een grote wetenschappelijke collectie van schaaldieren uit het Cenozoïcum van Frankrijk en Italië. Deze collectie is vrij bekend en wordt in de wetenschappelijke literatuur vaak vermeld. Verder is er nog de rijke collectie Ringelé met schelpmateriaal dat afkomstig is van graafwerken voor de dokken van Antwerpen tijdens het midden van de 20e eeuw.

  2. Microfossielen: De microfossielencollectie bestaat vooral uit gezeefd en geselecteerd materiaal van foraminiferen van het Cenozoïcum van België en noordwest-Europa. Daarnaast bestaat deze collectie uit actief onderzoeksmateriaal van het Laat-Krijt en Paleogeen, eveneens foraminiferen, uit het Middellandse Zee gebied en de oceanen.

De paleontologische collecties werden vanaf het midden van de 19de eeuw door prof. Van Beneden en kanunnik H. de Dorlodot opgebouwd. Het voormalige Kolenmuseum werd deels voor deze collectie opgericht. De paleontologische collectie werd aangevuld met andere waardevolle collecties, onder meer die van pater E. Bonné, een collectie fossielen, afgietsels en skeletten. De collecties werden deels vernietigd tijdens het bombardement van Leuven in mei 1944.

Momenteel beschikt het Geo-Instituut maar over een deel van de oorspronkelijke collecties. Bij de splitsing van KU Leuven rond 1970 is ongeveer de helft van de collecties van macrofossielen naar de Louvain-la-Neuve verhuisd en aan het begin van de 21e eeuw is die collectie voor een deel aan het ‘Musée national d’histoire naturelle’ in Luxemburg geschonken.

Verwante gemeentes

Google Maps laden ...

  • Themanetwerk wetenschappelijk erfgoed

    Lees meer