contact
MyEtwie
In de kijker

TWIE Portret: Charlotte Cardyn

Gepubliceerd op 23/06/2022
Categorie
20220530_AV_Meester-leerlingtraject (c) Martin Corlazzoli (12)
Foto: Charlotte Cardyn vervangt de ponskaart op het Mulhouse weefgetouw. © Martin Corlazzoli

Op zondag 15 mei 2022 vond de allereerste ontmoetingsdag van het kersverse weefnetwerk Weven in Vlaanderen plaats. Gepassioneerde wevers ontmoetten elkaar bij koffie en taart, luisterden geboeid naar diverse lezingen en lieten de hersenen kronkelen rond de workshoptafels. Eén van de lezingen ging over het doorgeven van vakmanschap. Aan het woord waren Charlotte Cardyn, Jente Hendrickx en Valerie Tjantele. De drie jonge textielontwerpsters leren momenteel in het Industriemuseum hoe de automatische schietspoelweefgetouwen uit de 19e en begin 20e eeuw werken. Hun meester is Oktay Sancak die de machines op z’n duimpje kent. De kennis die hij in de vingers heeft, wordt nu via een meester-leerlingtraject 24 maanden lang gedocumenteerd en doorgegeven. Het immateriële erfgoed van het machinale weven op de oude machines wordt zo geborgd voor de toekomst.

Charlotte, Valerie en Jente vertelden op de ontmoetingsdag vol enthousiasme over hun eerste weken binnen het meester-leerlingtraject. Over de dingen die ze al hadden geleerd over de oude getouwen, en over de vele toekomstmogelijkheden die ze nu al voor zich zagen. Ik was dan ook blij toen ik één maand later met Charlotte (29) op de virtuele barkruk mocht gaan zitten voor een interview. Zij studeerde in 2015 af als master Textielontwerp aan de Gentse LUCA | School of arts. Sindsdien heeft ze zich verdiept in de techniek van het machinaal jacquard- en dobby-weven.

Benieuwd naar haar verhaal!

20220530_AV_Meester-leerlingtraject (c) Martin Corlazzoli (1)
Foto: Charlotte Cardyn © Martin Corlazzoli
20220530_AV_Meester-leerlingtraject (c) Martin Corlazzoli (2)
Foto: Charlotte Cardyn © Martin Corlazzoli

Stond het altijd in de sterren geschreven dat jij iets met textiel zou gaan doen?

"Misschien wel! Als kind wilde ik graag modeontwerpster worden. Ik stopte heel veel tijd in het ontwerpen en maken van kleertjes voor mijn Barbiepoppen. (lacht) Vanaf het vijfde middelbaar ben ik dan ook mode gaan studeren in Sint-Lucas. Binnen de opleiding was er een vak textieltechnieken. Het was een heel laagdrempelige inleiding over printen op textiel, of het verschil tussen weven en breien … Toen ik voor de keuze stond wat ik zou gaan studeren na het middelbaar neigde mijn voorkeur veel meer naar die textieltechnieken en textielontwerp dan naar mode. En tijdens mijn hogere opleiding is mijn fascinatie voor weven alleen maar gegroeid. In de mode-industrie ben ik dus niet beland. Wel werk ik vandaag als productontwikkelaar van geweven meubel- en gordijnstoffen in een weverij in Nederland. Wanneer de organisatie met een idee op de proppen komt, of met een leuke foto of een bepaalde jeansbroek, is het aan mij om dat idee te vertalen naar een commercieel product dat ook effectief kan worden gemaakt in ons machinepark. Dan moet ik bepalen welke garens of technieken we kunnen inzetten om de stof te weven, moet ik de kwaliteit verzekeren en het idee ook uitwerken. Ik sta dan wel niet aan de weefmachine, maar ik moet toch begrijpen hoe het allemaal in zijn werk gaat. Dat is misschien ook meteen het bijzondere aan mijn job. Ik kan er mijn studie, die op textieldesign focuste, combineren met meer technische kennis over het weven. Vaak word je opgeleid in het ene of het andere, dus die mix is vrij uniek en perfect voor de job die ik vervul."

20220530_AV_Meester-leerlingtraject (c) Martin Corlazzoli (7)
Foto: © Martin Corlazzoli
20220530_AV_Meester-leerlingtraject (c) Martin Corlazzoli (11)
Foto: © Martin Corlazzoli
20220530_AV_Meester-leerlingtraject (c) Martin Corlazzoli (10)
Foto: © Martin Corlazzoli

Hoe heb je die technische kennis rond weven verworven?

"Tijdens mijn studie volgde ik een avondopleiding bindingsleer bij Cobot, en na mijn opleiding liep ik een half jaar lang stage in het Textielmuseum in Tilburg waar volop aan productontwikkeling wordt gedaan. Zo heb ik mijn kennis rond machinaal weven opgebouwd. Ik deed daarna ervaring op in verschillende industriële weverijen. Ik ben best wel trots dat ik mij heb kunnen verdiepen in die technische kennis van het weven. Ik vind het fijn hoe ik design en techniek kan combineren en hoe ik een carrière heb kunnen opbouwen in datgene wat ik wilde doen, binnen een nichemarkt."

20220530_AV_Meester-leerlingtraject (c) Martin Corlazzoli (46)
Foto: © Martin Corlazzoli
20220530_AV_Meester-leerlingtraject (c) Martin Corlazzoli (61)
Foto: Meester en leerlingen bij de spoelmachine. © Martin Corlazzoli
20220530_AV_Meester-leerlingtraject (c) Martin Corlazzoli (52)
Foto: De Staubli spoelmachine maakt de spoelen klaar voor de schietspoel. © Martin Corlazzoli

Intussen ben je leerling in het meester-leerlingtraject met de klinkende naam ‘Weven met machinale schietspoelgetouwen: van erfgoed tot experiment’. Hoe ben je daar terechtgekomen?

"De eerste keer dat ik over de beurzen rond vakmanschap hoorde, dacht ik: waarom is dat niet bekender?! Het was Valerie Tjantele die er voor het eerst over vertelde tijdens een uitje in het Industriemuseum. We kwamen er tot de conclusie dat het eigenlijk schoon zou zijn mochten we zo’n traject kunnen volgen binnen de museummuren. En toen ging de bal aan het rollen. Intussen zijn de eerste lessen achter de rug. Tijdens de allereerste les van het meester-leerlingtraject was het nog een beetje aftasten tussen meester en leerlingen. Onze meester Oktay Sancak wist dat we iets van textiel kenden, maar waar onze kennis begint en eindigt, wist hij natuurlijk niet. We wisten wat een ketting is, wat een binding is … Toen hij echter ontdekte dat we niet wisten wat een weversknoop was, viel hij bijna omver. Handwevers die nog nooit van een weversknoop hadden gehoord? Dat was een grappig moment. Blijkbaar is een weversknoop om draadbreuken te herstellen pure basiskennis voor wevers die met machines werken. Als je dat niet kan, kan je niks. Zij hebben dat dus volledig in de vingers. En wij helemaal niet. Zo wisten we plots meteen waar te beginnen. (lacht) Maar ook de kennis van Oktay stopt op een bepaald punt, bijvoorbeeld wanneer het gaat om nieuwe bindingen. Dat schept mogelijkheden om met onze gedeelde kennis ook nieuwe technieken uit te proberen op de machines.

Dat was bovendien de onderliggende motivatie bij onze kandidatuur voor het meester-leerlingtraject. Als handwever voelen we dat oude getouwen zoals de schietspoelgetouwen in het Industriemuseum een meerwaarde voor ons kunnen zijn. Hedendaagse weefmachines zijn helemaal omhuld en geprogrammeerd, maar bij die oude machines zit de achterliggende techniek niet verstopt en hoef je geen software te kennen. Je ziet gewoon wat er gebeurt, welke hendel wat in werking zet, welk tandwiel loszit … Dat is handiger om te leren hoe de machine werkt. Zo kan je sneller zelf aan de slag. Die schietspoelweefgetouwen vormen eigenlijk een laagdrempelige tussenweg tussen handweven en het hedendaagse machinale weven. Zo moeten die oude machines ook niet verschroot worden. Ze zijn én indrukwekkend mooi als museumobject en nóg mooier als maakobject. We voelen dus dat er toekomst in de machines zit. En dat maakt het meester-leerlingtraject des te interessanter. De ervaring is dus – hoewel uitdagend – erg positief. En aangezien ik slechts drie werkdagen fysiek in Nederland aanwezig moet zijn, heb ik de ruimte om er een dergelijk project bij te nemen. Wat ik hier opsteek, kan ook een meerwaarde zijn voor mijn professionele activiteiten."

20220530_AV_Meester-leerlingtraject (c) Martin Corlazzoli (83)
Foto: Oktay Sancak toont hoe de spinmachine of 'spincontinu' werkt. Torsen en trekken zorgt voor een stevige draad. © Martin Corlazzoli
20220530_AV_Meester-leerlingtraject (c) Martin Corlazzoli (42)
Foto: Valerie Tjantele maakt een weversknoop. © Martin Corlazzoli
20220530_AV_Meester-leerlingtraject (c) Martin Corlazzoli (39)
Foto: Op het bobijnrek komen de klossen met garen in een specifieke volgorde om een correct patroon te verkrijgen in het weefsel. © Martin Corlazzoli

In middeleeuwse gildes werd gewerkt met een “meesterproef”. Zo moest de leerling bewijzen dat hij een vaardigheid onder de knie had. Wat denk je van zo’n uitdaging voor wevers? Welke vaardigheden zouden leerlingen moeten kunnen demonstreren om zichzelf tot meester te zien uitgroeien?

"Oei! Het leggen van de weversknoop misschien? (lacht) Bindingen maken met de dobby-mechaniek (de weeftechniek van de Mulhouse, de machine waarop de leerlingen leren weven, nvdr)? Of een scheerpatroon maken; dat is ervoor zorgen dat je de klossen met garen zo schikt op het rek dat het ontwerp en het patroon dat je voor ogen hebt ook effectief op de machine terechtkomen. Binnen de industrie zijn dat eigenlijk vaak aparte jobs: scheerder, aanknoper, wever ... Wij leren het hele proces van scheren over aanknopen tot weven. Wanneer je jezelf precies als meester kan beschouwen, dat weet ik niet. Wij zouden nu al iéts van kennis kunnen doorgeven, deeltjes van het proces: de machines aanzetten, de schietspoel vervangen … Maar problemen vaststellen kunnen we nog niet. Oktay kent niet alleen de technische kennis 'uit het boekske' maar kan ook alles beredeneren. Hij heeft veel al doende geleerd; eens proberen en kijken wat iets geeft. Hij begrijpt hoe alles in elkaar zit, functioneert en verbonden is."

20220530_AV_Meester-leerlingtraject (c) Martin Corlazzoli (69)
Foto: Dikke lonten katoen komen uit de kaarde. © Martin Corlazzoli
20220530_AV_Meester-leerlingtraject (c) Martin Corlazzoli (30)
Foto: De pinnetjes van de (houten) ponskaart bepalen mee wat het Mulhouse weefgetouw doet. © Martin Corlazzoli
20220530_AV_Meester-leerlingtraject (c) Martin Corlazzoli (82)
Foto: Oktay Sancak demonstreert de spincontinu. © Martin Corlazzoli

Was je voordien al met technieken uit de oude doos bezig?

"Heel veel eigenlijk! Handweven ís een oude techniek, natuurlijk. Die heb ik aangeleerd tijdens mijn studie, en ik heb sindsdien ook een handweefgetouw thuis. Als low-key hobby ga ik daarnaast op rommelmarkten en brocantewinkels steevast op zoek naar unieke of mooie exemplaren van de klassiek geruite keukenhanddoek – al is mijn verzameling nog beperkt. Ik heb namelijk mijn thesis geschreven over die keukenhanddoek. Ik deed eigenlijk onderzoek naar de linnenkast van weleer, dat was de uitzet die je vroeger meekreeg als huisvrouw, en daar kwamen echt veel technieken aan te pas: het mangelen van textiel, het oprollen van grote linnen lappen zodat die netjes in de linnenkant zouden passen … Tijdens mijn zoektochten kijk ik dan altijd naar de zelfkant van elke handdoek, dat is de zijkant van de geweven stof. Is de stof geweven op een schietspoelweefgetouw, dan is de afwerking helemaal anders en mooier dan op een grijperweefgetouw. Dus daar ga ik naar op zoek. Dat ik dan vandaag kan leren hoe die schietspoelgetouwen werken, maakt het extra speciaal, omdat ik al affiniteit heb met het resultaat.

Op dit moment voert textielontwerpster Vera Roggli overigens onderzoek in het Industriemuseum naar keukenhanddoeken. Zij had mijn thesisproject al ontdekt en had me daarover gecontacteerd. Het is tof wanneer iemand die zelf intens met de materie bezig is je werk apprecieert."

20220530_AV_Meester-leerlingtraject (c) Martin Corlazzoli (18)
Foto: Op het Mulhouse weefgetouw in het Industriemuseum wordt kleurrijke stof geweven, een ontwerp van Sofie Verscheure. © Martin Corlazzoli
20220530_AV_Meester-leerlingtraject (c) Martin Corlazzoli (17)
Foto: Van de kleurrijke stof worden keukenhanddoeken gemaakt. © Martin Corlazzoli

Waar zie je jezelf over x aantal jaren?

"Enerzijds hoop ik dat ik gewoon kan blijven doen wat ik doe en kan blijven werken in de textielsector. Ik zit echt op mijn plaats, en dat is geen evidentie, want de textielmarkt kwijnt weg, de loonkost wordt ondraagbaar en de productie verhuist dan naar lageloonlanden. Ik droom daarom ook van een eigen kleine weverij, zodat lokale productie wel nog mogelijk is. Ik kan die oprichten of er gewoon deel van uitmaken, dat weet ik nog niet; het is nog een droom. Het geeft wel moed om te merken dat er wat beweging in de markt komt. Enerzijds heb je textielbedrijven die weten te overleven door zich te onderscheiden in kennis en kunde, of door gebruik van mooie materialen, zoals bijvoorbeeld linnenweverij Verilin die naast een eigen tijdloze collectie ook custom-made projecten opstart met restaurants, hotels of architecten. Anderzijds is er een hele community ontstaan rond het zelf creëren van dingen die steeds groter wordt. Dit laatste is bij textiel vaak uitdagend omdat je veel tools, tijd en plaats nodig hebt, maar er zijn wel textielontwerpers die hun professionele activiteit op die manier uitbouwen. Die twee stromingen binnen de textielsector zijn wel hoopgevend."

Ook het hele meester-leerlingtraject bruist van de hoop. Het is het eerste traject dat ik van zo dichtbij kan meevolgen; de weefmachines kletteren op nog geen 30 stappen van het ETWIE-bureau in het Industriemuseum. Om de twee weken op maandag merk ik hoe de leerlingen-textielontwerpsters van de textielafdeling in het museum hun natuurlijke biotoop lijken te maken, en hoe een fiere meester Oktay zijn kennis deelt met de volgende generatie. Álle collega's steken een handje toe: Baki, Marc, Kenneth ... Ze experimenteren en proberen, en timmeren zo samen aan een toekomst voor de ooit afgedankte weefmachines.

Ik ben al zó benieuwd naar het resultaat.

(Hannelore)

20220530_AV_Meester-leerlingtraject (c) Martin Corlazzoli (70)
Foto: Charlotte Cardyn © Martin Corlazzoli

Nieuwsarchief

Verwante gemeentes

Google Maps laden ...