
IJzer en staal
HoofdthemaHistoriek
Niet voor niets staat er een IJzertijd op de tijdlijn van de geschiedenis. De techniek voor het maken van ijzer begon zich rond 800 v.C. over Europa te verspreiden.
IJzer is een metaal dat uit ijzererts gewonnen wordt. Klassiek wordt de hoogoven verwarmd met houtskool. De ertsen smelten en vormt vloeibaar ruwijzer. De hoogoven wordt in een latere fase verwarmd met steenkool of cokes. Afhankelijk van welke brandstof gebruikt wordt, zijn er meer of minder onzuiverheden die zich met het ijzer verbinden. Het ruwijzer moet na de hoogoven nog bewerkt worden. Gietijzer is een enigszins gezuiverde variant, maar heeft nog een hoog koolstofgehalte. Hoe lager het koolstofgehalte, hoe moeilijker het ijzer zal smelten. Als men gietijzer ontkoolt, bekomt men smeedijzer. Door het verhitten en behameren worden onzuiverheden uitgedreven.
Als ijzer tot een vloeibare massa verwarmd wordt, erin geroerd wordt en er een luchtstroom over blast, dan komen de onzuiverheden letterlijk naar boven. Dit gebeurt in gebonden toestand: de zwavel, fosfor e.a. komen als 'slakken' bovendrijven en kunnen er zo afgeschept worden. Dit gezuiverde ijzer kan gebruikt worden om het te walsen tot plaatijzer. Op plaatsen waar ertsen, steenkool en waterkracht aanwezig zijn, schieten nieuwe en grotere hoogovens als paddenstoelen uit de grond. John Cockerill was de eerste in België die een cokeshoogoven bouwde in Seraing (1824). Velen volgden zijn voorbeeld en de opkomende nijverheid (vooral de spoorwegindustrie) profiteerde ervan en omgekeerd. Tegen 1860 werd ijzer een universeel constructiemateriaal. Overal ontstonden kleine ijzergieterijen voor het maken van huishoudelijk gietwerk, machineonderdelen, waterbuizen etc.
IJzer met minder dan 1,8% koolstof is staal. Het is de meest verspreide legering ter wereld. Staal kan heel goed spanningen opvangen en is geschikt voor allerhande bouwtechnische constructies en voor aan spanning onderhevige machineonderdelen. De staalnijverheid maakte vanaf midden jaren 1960 opgang in Vlaanderen.
Actoren
Wie weet iets?
Wie kan iets?
Verwante publicaties
Titel | Auteur | Jaar | |
---|---|---|---|
Cockerill-Sambre, de la fusion à la 'privatisation'. 1981-1989. | M. CAPRON | 1989 | Bekijk de publicatie |
Cockerill. Deux siècles de technologie | Robert HALLEUX | 2002 | Bekijk de publicatie |
Contribution of the glass cladding to the overall structural behaviour of 19th-century iron and glass roofs | Leen LAURIKS | 2012 | Bekijk de publicatie |
Fer - Fonte - Acier. L' industrie sidérurgique en Brabant wallon. Histoire des Forges de Clabecq des origines à 1939 | Madeleine JACQUEMIN | 2013 | Bekijk de publicatie |
Sidmar 1962-2002. 40 jaar staalproductie in Vlaanderen | E. BUYST | 2002 | Bekijk de publicatie |
Van Cockerill tot Bessemer: de zware metaalnijverheid. | Antoon SOETE | 1995 | Bekijk de publicatie |
Locaties
Verwante gemeentes